nog niet

Bonjour à tous et toutes!
Aujourd'hui, on va...

Parler de  vos loisirs!

1) Loisirs = .....?
2) Qu'est-ce que l'image
a à voir avec cette thème?
 

1 / 11
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Bonjour à tous et toutes!
Aujourd'hui, on va...

Parler de  vos loisirs!

1) Loisirs = .....?
2) Qu'est-ce que l'image
a à voir avec cette thème?
 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Ce qu'on va faire:

- raconter tes loisirs 
1) essai préliminaire
2) collectionner des loisirs
3) traiter quelques particularités
grammaticales
4) choisir un top 





Objectifs:

1) Je kunt vertellen over wat jij graag doet in je vrije tijd (hobby's)
- je kunt vertellen wanneer jij die  hobby's doet
2) je kunt vertellen over jouw favoriete hobby
- je kunt vertellen met wie en wanneer jij die hobby doet



Slide 2 - Slide

This item has no instructions

1) Tes loisirs à toi, DELF A2 p.124
1) raconter ton top 3 de loisirs
2) ''loisir préféré''
- 1 ''Mijn favoriete tijdverdrijf is..''  / het liefst doe / ga / speel ik...''
- 2 Quand: ''elke avond speel ik games op de ps4''
- 3 Avec qui: ik speel games met vrienden en mijn zusje
                           In het weekend met vrienden. Soms speel ik games met mijn                                    zusje.
Vertel de 3 puntjes van 2) in het Frans. 2 minuten voorbereidingstijd.
timer
2:00

Slide 3 - Slide

Wat gaan ze doen:

Ieder voor zich gaat dit voorbereiden voor games

Games is ''jeux vidéo''
Le bijvoeglijk naamwoord: correction 

Slide 4 - Slide

Regarde le dessin. 

Il y a un noeud dans lequel se prennent source de plusieurs branches. 

Regarde les images et lis la description qui les accompagne.

Wat vind jij leuk om te doen? Waarom?
Collectionner des loisirs 
Je vais vous montrer une collection de loisirs. 

1) Note-les dans ton cahier
2) Parle-en à deux: vous comprenez la signification?
3) Ensuite, écris des phrases pour raconter un loisir
3) Ensuite, sélectionne un top 3 des loisirs proposés 

Slide 5 - Slide

Dans ma chambre...

+ Il y a...
On voit...
On trouve également ...
On y trouve aussi...
J'ai...

+ Materiaal: en + materiaalsoort (en cuir, en bois, en verre)

+ woordenboek


Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Comprendre les loisirs
A faire: comprendre les expressions françaises pour les loisirs

Lees met jouw buur de genoteerde loisirs door.
Probeer voor elke loisir in het NL neer te 
zetten wat deze betekent. 

Tip: gebruik woorden die je kent om
de betekenis te raden van woorden die je niet kent. 




timer
3:00

Slide 7 - Slide

We bespreken alleen de loisirs waar jullie geen idee bij hebben. 
Attention aux particularités
Particulatiré 1) Betekenis van ''participer'' versus ''assister''. Wat betekent:
- participer à un match de volleyball
- assister à un concert 

Particularité 2) les prépositions 
- welk voorzetsel komt er achter faire en jouer? 
- welk voorzetsel komt er achter participer, assister, jouer? 

Slide 8 - Slide

We bespreken alleen de loisirs waar jullie geen idee bij hebben. 
Attention aux particularités
Particularité 3: préposition + article (le, la, les)
Explication: voorzetsels à de trekken samen met het lidwoord ''le'' en ''les''

- je fais de le bricolage                              
- je joue à le tennis                                       
- ils jouent à les cartes                            <-- <-- in welke voorbeelden 
- je participe à la réunion                                      moet je iets veranderen? 

Slide 9 - Slide

We bespreken alleen de loisirs waar jullie geen idee bij hebben. 
Sélectionner ton top 3

Objectif: kunnen vertellen welke 3 dingen jij graag doet + wanneer je die doet. 

Wanneer = dag of tijdstip

Voorbeelden:
1) Je lis une BD le soir 
2) Le lundi, je fais du VTT

Begin met een van deze ww:
 Participer à              Lire
b. Voir                          Aller
c. Faire de                  Pratiquer
d. Jouer à                   Collectionner
e. Jouer de
f. Assister à

Fini? Choisis un loisir préféré
1) zeg dat in het Frans
2) Quand et avec qui?
timer
3:00

Slide 10 - Slide

Waar of wanneer altijd helemaal vooraan of juist helemaal achteraan in de zin
 Tes loisirs à toi, DELF A2 p.124
1) raconter ton top 3 de loisirs
2) ''loisir préféré''
- 1 ''Mijn favoriete tijdverdrijf is..''  / het liefst doe / ga / speel ik...''
- 2 Quand: ''elke avond speel ik games op de ps4''
- 3 Avec qui: ik speel games met vrienden en mijn zusje
                           In het weekend met vrienden. Soms speel ik games met mijn                                    zusje.


timer
2:00

Slide 11 - Slide

Wat gaan ze doen:

Ieder voor zich gaat dit voorbereiden voor games

Games is ''jeux vidéo''