1) "Vreemdelingen" konden in het Romeinse leger de cultuur meekrijgen 2) De soldaten hadden contacten met mensen uit de provincies (handel bijvoorbeeld)
Slide 5 - Slide
Godsdienst, opvoeding & onderwijs
Je kon alleen trouw zijn aan Rome als je de goden vereerde
Als je dit deed mocht je ook nog een ander geloof hebben
Onderwijs werd niet door de overheid geregeld
Rijke jongens uit de stad gingen naar school
Was je arm of woonde je op het platteland? Pech, dan geen onderwijs!
Slide 6 - Slide
Bouwwerken
De Romeinen lieten overal in het rijk bouwwerken maken
Ieder bouwwerk had een taak
De belangrijkste kenmerken zijn:
Zuilen
De gebouwen werden (deels) ondersteun met zuilen
Bogen
De boog was een stevige bouwvorm
Koepels
Met een koepel kon ruimte gemaakt worden
Slide 7 - Slide
Taal en literatuur
De Romeinen verspreidden hun taal door het hele rijk
Dit werd vooral gedaan met literatuur, oftewel boeken
Tot op de dag van vandaag is het Latijn te herkennen
Ook in het Nederlands hebben we Latijnse woorden
Slide 8 - Slide
Het recht
Door het Romeinse recht voelden Romeinen zich "Romein"
De basis van onze rechtspraak komt nog van de Romeinen:
Vastgelegd
Alle rechten en plichten van mensen moeten zijn vastgelegd in wetten. Staat nergens dat iets niet mag? Dan mag het gewoon!
Gelijk
Alle wetten moeten voor iedereen gelijk zijn. Het maakt niet uit of je een rijke patriciër bent of een arme proletariër.
Slide 9 - Slide
Werkblad invullen over heel paragraaf 5.6
Als we dit hebben nagekeken, heb je een soort samenvatting.