This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Meiose
Slide 2 - Mind map
Mitose
Meiose
Slide 3 - Drag question
Mitose
Meiose
vorming van huidcellen
diploide cellen
ongeslachtelijke voortplanting
reductiedeling
vorming van zaadcellen
dochtercellen identiek aan moedercel
haploide cellen
geslachtelijke voortplanting
vorming van eicellen
2n -> n+n -> n+n+n+n
2n -> 2n + 2n
Slide 4 - Drag question
Een menselijke cel bevat 46 chromosomen. Hoeveel chromosomen bevat een dochtercel na mitose?
A
23
B
46
C
92
Slide 5 - Quiz
Een menselijke cel bevat 46 chromosomen. Hoeveel chromosomen bevat een dochtercel na meiose?
A
23
B
46
C
92
Slide 6 - Quiz
Mitose
Meiose
Slide 7 - Drag question
Er vindt celdeling plaats om spiercellen te maken. Is dit mitose of meiose
A
Mitose
B
Meiose
Slide 8 - Quiz
Voorbeeld haploïde cel
Slide 9 - Mind map
Studiewijzer
Slide 10 - Slide
Studiewijzer
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Wat zijn hormonen?
door hormoonklieren geproduceerde eiwitten die worden afgegeven aan het bloed en leiden tot een reactie ergens anders in het lichaam (stimulerend of remmend)
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Regeling bij de mens
BiNaS 89 C + A
Slide 15 - Slide
Hormoonregeling man
Testosteron:
stimuleert secondaire geslachtskenmerken
stimuleert aanmaak zaadcellen
regelt concentratie GnRH, FSH en ICSH
BiNaS 89C
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
https:
Slide 18 - Link
Hormoonregeling bij de vrouw
Hypofyse
gestimuleerd door GnRH uit hypothalamus
maakt FSH en LH aan
Eierstokken
gestimuleerd door FSH en LH
oestradiol = oestrogeen
progesteron
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
hypothalamus
hypofyse
FSH
LH
testosteron
Slide 23 - Drag question
Oestrogenen
FSH
LH
Wat is de functie van de geslachtshormonen?
(Tip: kijk in BiNaS 89A)
Progesteron
zorgt voor dikker worden baarmoederslijmvlies
zorgt voor de ovulatie en vorming geel lichaam
zorgt voor de rijping van het follikel
zorgt voor nog dikker worden baarmoederslijmvlies; remming LH en FSH
Slide 24 - Drag question
Welk hormoon wordt met 2 aangegeven? (Tip: kijk in BiNaS tabel 86C)
A
LH
B
FSH
C
Oestrogeen
D
Progesteron
Slide 25 - Quiz
Welk hormoon wordt met 4 aangegeven? (Tip: kijk in BiNaS tabel 86C)