Klas 2 - grammatica - zww/kww/hww (2)

1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

WELKOM

Bij Nederlands

Slide 3 - Slide

10 MIN. 
LEZEN
timer
10:00

Slide 4 - Slide

Vandaag


  • Opdrachtje
  • Oefenen
  • Herhalen vorige les

Slide 5 - Slide

Schrijf een tekstje van ongeveer 50 woorden over spruitjes. 

In de tekst gebruik je:
- drie hulpwerkwoorden
- één zelfstandig werkwoord
- één koppelwerkwoord 
NOG NIET ONDERSTREPEN!




timer
4:00

Slide 6 - Slide

Geef je tekstje aan degene naast je.
Degene naast je:
  • onderstreept de werkwoorden in het tekstje. 
  • schrijft erbij: zww, kww of hww. 
timer
3:00

Slide 7 - Slide

Noteer de ww en schrijf erachter zww, kww of hww (opdr. 2)

1. Aan de deur komen steeds vaker vrijwilligers collecteren voor het goede doel. 

2. Zijn jullie in de kerstvakantie enkele dagen bij familie op Vlieland? 

Slide 8 - Slide

Zet op de plaats van pv het zww of kww (opdr. 3) 

1. In de pauze wil Marloes waarschijnlijk M&M's kopen in de foyer.

2. Waarom zouden gorilla's in de dierentuin net mensen lijken? 

Slide 9 - Slide

Wat is het verschil tussen deze twee krantenkoppen?

Moordenaar bekent                                             Moordenaar bekend 

Slide 10 - Slide

Herhaling: spelling (blz. 100)
Over de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd 

Maken: opdracht 1, 2, 3 en 5

Slide 11 - Slide