Thema 3 stofwisseling - BS 5 dissimilatie

1 / 34
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Bij dissimilatie...
A
is energie nodig
B
komt energie vrij

Slide 2 - Quiz

Dissimilatie is...
A
Afbraak van organische moleculen
B
Afbraak van anorganische moleculen
C
Opbouw van organische moleculen
D
Opbouw van anorganische moleculen

Slide 3 - Quiz

Aeroob betekent
A
met celkern
B
zonder celkern
C
met zuurstof
D
zonder zuurstof

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Slide

Waar in de cel vindt dissimilatie plaats?

Slide 6 - Open question

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

<- 1. glycolyse

<- 2. decarborylering


<- 3. citroenzuurcyclus


<- 4. oxidatieve fosforylering

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide


Glycolyse (gebruik binas 68A en B)
Welke uitspraak over de glycolyse is niet juist?

A
Bij de glycolyse is netto ATP nodig.
B
Bij de glycolyse wordt een C6-suiker gesplitst in twee C3-suikers.
C
Voor glycolyse is zuurstof nodig
D
De glycolyse vindt plaats in het cytoplasma van de cel.

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Slide

Glycolyse

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Per glucose molecuul 2x de citroenzuurcyclus
Citroenzuurcyclus

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Gebruik je binas
Hoeveel ATP ontstaat erbij de citroenzuurcyclus per pyrodruivenzuur?

Slide 23 - Open question

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

oxidatieve fosforylering





De elektronen van een NADH,H+ pompen 3 H+ naar het lumen.
De elektronen van een FADH2 pompen 2 H+ naar het lumen.

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Waar worden de elektronen uit de glucose (gedragen door moleculen als NADH,H+) gebruikt om energie op te wekken?
A
Glycolyse
B
Decorboxylering
C
Citroenzuurcyclus
D
Oxidatieve fosforylering

Slide 29 - Quiz

Hoeveel ATP moleculen kunnen er (gemiddeld) door 1 NADH, H+ molecuul gegenereerd worden in de elektronentransportketen?
A
3
B
2
C
4
D
5

Slide 30 - Quiz

Bij dissimilatie van een aantal glucose moleculen zijn 100 NADH,H+ ontstaan, hoeveel FADH2 zijn er dan?
A
80
B
60
C
40
D
20

Slide 31 - Quiz

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide