Quiz 2Basis - chapter 2

Schrijf de NEDERLANDSE vertalingen van de Engelse woorden
1 / 18
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Schrijf de NEDERLANDSE vertalingen van de Engelse woorden

Slide 1 - Slide

1. appointment
A

Slide 2 - Quiz

1. appointment

Slide 3 - Open question

2. waiting room

Slide 4 - Open question

3. (to) be ill

Slide 5 - Open question

4. black eye

Slide 6 - Open question

5. ankle

Slide 7 - Open question

6. dizzy

Slide 8 - Open question

Geef de ENGELSE vertalingen v.d. Nederlandse woorden

Slide 9 - Slide

1. ontbijt

Slide 10 - Open question

2. proeven

Slide 11 - Open question

3. vooral

Slide 12 - Open question

4. hersenen

Slide 13 - Open question

5. ontspannen

Slide 14 - Open question

6. zuivel producten

Slide 15 - Open question

Geef de ENGELSE vertaling van de Nederlandse zinnen.

Slide 16 - Slide

1. Hoe gaat het nu met je?

Slide 17 - Open question

2. Hoe voel jij je vandaag?

Slide 18 - Open question