5V Thema 5 BS 5

Reageren op de omgeving
5V
Thema 5
BS 5
1 / 35
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Reageren op de omgeving
5V
Thema 5
BS 5

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Vandaag
Leerdoel:
  • Je kunt uitleggen hoe planten reageren op hun omgeving en welke hormonen daarbij betrokken zijn
  • Je kunt uitleggen welke typen afweermechanismen planten hebben
  • Je begrijpt dat er een wedloop is tussen planten en hun milieu.
Programma:
1. Vragen over Assimilatie en dissimilatie (3 vragen)
2. Uitleg: planten reacties
    - Twee soorten tropisme
    - Ethyleen en vraatbescherming
3. Vragen (4 vragen) en huiswerk

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Schuif de woorden naar de juiste plaats.
Helmknop
Zaadbeginsel
Stijl
Kelkblad
Stamper
Stuifmeel
Meeldraad

Slide 3 - Drag question

This item has no instructions

Hoe heet het mannelijk deel van de bloem?
A
Meeldraad
B
Stamper

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

1. De kroonbladen van insectenbloemen bloemen zijn meestal 
   .......... / ..........        en  ........................... / .......................

2 De kroonbladeren  van windbloemen zijn meestal ............  / .......   en ........................ / ..................  

3 Insectenbloemen maken ............/ .......... stuifmeelkorrels dan windbloemen

Wat zijn de eigenschappen van insectenbloemen en windbloemen? Sleep een vinkje naar de goede eigenschap
Opvallend 
Onopvallend
Groot
Klein
meer
minder
Groot
Klein
Opvallend 
Onopvallend

Slide 5 - Drag question

This item has no instructions

De osmotische waarde van de sluitcellen kan worden verhoogd door opname van Kalium-ionen via de celmembraan en de vacuolemembraan.
Wat gebeurt er dan daarna?
A
Water volgt door osmose en de huidmondjes gaan open
B
Water volgt door osmose en de huidmondjes gaan dicht
C
De sluitcellen staat water af en de huidmondjes gaan open
D
De sluitcellen staan water af en de huidmondjes gaan dicht

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Wanneer doet een plant aan aerobe dissimilatie?
A
Als er licht is
B
vanaf 12:00 uur 's middags
C
Altijd
D
Als het donker is

Slide 7 - Quiz

Een plant doet 24/7 aan dissimilatie, maar alleen als er licht is aan assimilatie. 
De rode lijn is het zonneblad en de blauwe het schaduwblad op een plant. Bij P is de netto CO2-opname gelijk voor beide bladeren.

De intensiteit van de fotosynthese in P bij zonnebladeren is ..
A
groter dan die van schaduwbladeren
B
kleiner dan die van schaduwbladeren
C
gelijk aan die van schaduwbladeren

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions


Wanneer is de lichtintensiteit beperkend voor de fotosynthese-activiteit?

A
bij 0 en 2 lux
B
bij 2 en 4 lux
C
bij 4 en 6 lux
D
bij 5 en 8 lux

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de beperkende factor voor fotosynthese bij verlichtingssterkte P en een temperatuur van 15 °C?
A
Temperatuur
B
verlichtingssterkte
C
CO2 gehalte
D
Hoeveelheid chlorofyl

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de beperkende factor voor fotosynthese bij verlichtingssterkte P en een temperatuur van 25 °C?
A
Temperatuur
B
verlichtingssterkte
C
CO2 gehalte
D
Hoeveelheid chlorofyl

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Reacties van planten op interne en externe signalen

  • Waardoor groeien wortels altijd de bodem in?
  • Waardoor groeit een kiemplant altijd omhoog?
  • Waardoor rijpen alle vruchten zo ongeveer tegelijk af?
  • Waardoor draait een zonnebloem met de zon mee?

Kortom: waarom zijn de bananen krom?

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Reageren 
Planten reageren op hun omgeving door groei en ontwikkeling aan te passen, of met afweermechanismen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van hormonen.
- Auxine

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Auxine
= hormoon dat lengtegroei bevordert door celstrekking.

Licht remt auxine productie, daardoor meer celstrekking aan schaduwzijde: fototropie: stengel groeit naar licht.
Invloed van zwaartekracht op richting groei: geotropie

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Fototropie en geotropie
Invloed van licht op auxine
Positieve fototropie: stengel groeit naar licht toe
Negatieve fototropie: Stengel groeit van licht af


Invloed van zwaartekracht op auxine
Positieve geotropie: wortel groeit met zwaartekracht mee
Negatieve geotropie: stengel groeit tegen zwaartekracht in

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

En als er geen zwaartekracht is?
Verschil, maar gaat toch
meestal goed.
Fototropie vult aan.
Groei van oorsprong weg
is ingebouwd.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Ethyleen
= hormoon dat rijping van fruit stimuleert. Wordt door fruit zelf afgegeven. Gas --> handig bij overstroming. (adventief wortels)

Hierdoor worden enzymen gemaakt, zoals pectinase, waardoor pectine (koolhydraat in celwand) afgebroken wordt en fruit zacht wordt.


Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Ethyleen
  • geur en kleur verandering
  • Omzetting van zetmeel en zuren in suikers
  • zachter worden van het vruchtvlees
  • Osmotische waarde omhoog
  • Groen geplukt, geel gegeten

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Bescherming tegen vraat
Drie typen:
  1. mechanische afweer: haren, stekels, etc
  2. chemische afweer: cafeïne, nicotine
  3. indirecte afweer: de natuurlijke vijand wordt gelokt

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Gevlekte Scheerling

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Hulp inschakelen
Symbiose?

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Video

This item has no instructions

Quiz time
gelieve laptops weer te openen

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

0

Slide 28 - Video

This item has no instructions

Waarom zijn de bananen krom?

Slide 29 - Open question

This item has no instructions

De auxine concentratie is het hoogste aan de schaduwkant van de stengeltop
A
juist
B
onjuist

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Rijp fruit stimuleert op zijn beurt de vorming van nog meer ethyleen.

Hoe wordt een dergelijk proces ook wel genoemd?
A
Positieve terugkoppeling
B
Positieve stimulatie
C
Negatieve terugkoppeling
D
Negatieve stimulatie

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Ethyleen stimuleert de vorming van enzymen die fruit sappiger en zoeter maken. Een voorbeeld is amylase, dat zetmeel omzet in glucose.

Welke invloed zal deze omzetting hebben op de osmotische waarde van een rijpende vrucht?
A
Osmotische waarde blijft gelijk
B
Osmotische waarde neemt toe
C
Osmotische waarde neemt af

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Waarom worden rijpe vruchten sappiger?
A
Ethyleen verminderd de aanmaak van amylase waardoor de osmotische waarde afneemt en de vrucht meer vocht vasthoudt.
B
Water wordt uit de lucht opgenomen.
C
Ethyleen bevordert de aanmaak van amylase waardoor de osmotische waarde toeneemt en de vrucht meer vocht vasthoudt.
D
Bij oxidatieve fosforylering komt water vrij wat in de vacuole wordt opgeslagen.

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

Slide 34 - Link

This item has no instructions

Afsluiting
Huiswerk:
BS 5 opdr. 39 t/m 42

Volgende les
Opfrissen en herhalen
(casino-spel)
Kun je: 
  • uitleggen hoe planten reageren op hun omgeving en welke hormonen daarbij betrokken zijn?
  • uitleggen welke typen afweermechanismen planten hebben?
timer
5:00

Slide 35 - Slide

This item has no instructions