This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Vorige les ging over ordenen
In deze les leer je over: - de verschillen tussen prokaryoten en eukaryoten. - je kunt de kenmerken van schimmels benoemen. - je kunt uitleggen dat er nuttige en schadelijke bacteriën en schimmels bestaan.
Slide 2 - Slide
Waar kun je prokaryoten aan herkennen?
A
Ze hebben wel een celkern
B
Ze hebben geen celkern
Slide 3 - Quiz
Bs 2 De domeinen bacteriën en archaea
Slide 4 - Slide
Bas 2 Bacteriën en archaea
Leerdoelen:
celkenmerken van bacteriën en archaea kennen
voortplanting van bacteriën kennen
voor- en nadelen van bacteriën voor mensen kennen
weten hoe je bacteriën kunt bestrijden
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Video
Bacteriën en Archaea
Bacterien en Archaea zijn prokaryoten
Ze hebben geen kern
Planten zich voort door deling
Archaea leven vaak door onder extreme omstandigheden
Je hebt goeie en slechte bacteriën....
Mensen bevatten 1,5kg bacteriën op/in hun lichaam.
Slide 7 - Slide
Archaea en Bacteriën horen bij:
A
Eukaryoten
B
Prokaryoten
Slide 8 - Quiz
Welke 3 domeinen hebben we?
A
Bacteriën, dieren en planten
B
Archaea, prokaryoten en Bacteriën
C
Archaea, eukaryoten en Bacteriën
D
Planten, Dieren en schimmels
Slide 9 - Quiz
Bacteriën en Archaea planten zich voort door:
Slide 10 - Open question
B3 Het rijk van de schimmels
Slide 11 - Slide
Ze zijn opgebouwd uit lange dunne draden; schimmeldraden
Ook een paddenstoel bestaat uit schimmeldraden
Slide 12 - Slide
Voortplanting van schimmels
gaat door SPOREN
Het antibiotica penicilline wordt hiervan gemaakt
Dat zijn een soort van korreltjes, als ze loslaten en ergens anders terecht komen groeit er een nieuwe schimmel
Slide 13 - Slide
Voortplanting van schimmels
door SPOREN
Slide 14 - Slide
Nuttige schimmels
Dus schimmels die ons helpen
Opruimen
Eten
Wijn & bier
Slide 15 - Slide
Schadelijke schimmels
Hier zie je zwemmerseczeem dat is schimmel tussen de teentjes
Slide 16 - Slide
Huiswerk lezen basisstof 4 en 5
Denk er aan dat je met het werkstuk aan de slag gaat.