werkwoordspelling

voor het spellen van de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd gebruik je 't ex-fokschaap
A
waar
B
niet waar
1 / 14
next
Slide 1: Quiz
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

voor het spellen van de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd gebruik je 't ex-fokschaap
A
waar
B
niet waar

Slide 1 - Quiz

voor het spellen van het voltooid deelwoord gebruik je 't ex-fokschaap
A
waar
B
niet waar

Slide 2 - Quiz

voor het spellen van de persoonsvorm in de verleden tijd gebruik je 't ex-fokschaap
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quiz


Casper (branden) zijn vingers gisteren.
A
brande
B
brandde
C
brandden
D
branden

Slide 4 - Quiz


Maar iedereen heeft weleens (falen).
A
gefaald
B
gefaalt
C
gefalen

Slide 5 - Quiz


(vinden) je deze les ook zo leuk?
A
vin
B
vint
C
vindt
D
vind

Slide 6 - Quiz

Meneer Jansen (vinden) het hopelijk wel wat.
A
vind
B
vint
C
vindt

Slide 7 - Quiz


Afgelopen weken (besteden) we veel tijd aan werkwoordspelling,
A
besteden
B
besteede
C
besteedden
D
besteeden

Slide 8 - Quiz

Heeft iedereen zijn naam op het document (vermelden)?
A
vermeld
B
vermelt
C
vermeldt

Slide 9 - Quiz

Mevrouw Jansen (zetten) die van haar er gisteren nog op.
A
zet
B
zetten
C
zette
D
zat

Slide 10 - Quiz

Sommige leerlingen (roken-vt) stiekem in het park.
A
rookte
B
rookten
C
rookde
D
rookden

Slide 11 - Quiz

Maar ze zijn daar flink voor (straffen).
A
gestraft
B
gestrafd
C
gestrafft
D
gestraffd

Slide 12 - Quiz

En nu (gebeuren) het gelukkig niet meer.
A
gebeurt
B
gebeurd
C
gebeurdt

Slide 13 - Quiz

En anders is het corveeën ook weer zo (gebeuren).
A
gebeurt
B
gebeurd
C
gebeurdt

Slide 14 - Quiz