Répeter grammaire II: les "wederkerende werkwoorden" (verbes pronominaux)
Qu'est-ce qu'il faut savoir pour le test?
Tableau mondelingen
Le but: à la fin de ce cours:
Je connais les "wederkerende werkwoorden" et je sais comment les conjuguer.
Je comprends ce que je dois apprendre pour le test de parler
Slide 6 - Slide
QUESTIONS
Qu'est-ce que nous avons fait le dernier cours?
Slide 7 - Slide
Exercices
Prends ton livre à la page 25.
Exercice 16D - b
timer
3:00
Slide 8 - Slide
Parler
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Exercice parler
Zelf doen: parler ex 19-20-21 Oefenen met klasgenoot: ex 17-18-21-22
Slide 11 - Slide
Test parler
A) twee exercices : 1 = dialoog met de dokter
2 = monoloog bij de apotheek
B) bij elke opdracht worden twee extra vragen gesteld. Die kun je niet van te voren oefenen. Je kunt je voorbereiden door alle exercices van unité 4 van te voren te maken en na te kijken en de apprendres 1-10 te leren.
Slide 12 - Slide
docs.google.com
Slide 13 - Link
docs.google.com
Slide 14 - Link
EXERCICE PARLER
10 minuten in je team: Hoe zou je de zinnen in het Frans kunnen zeggen? Gebruik de voorbeeldzinnen in je boek en de apprendres.
Schrijf deze op. Na 10 minuten bespreken.
timer
5:00
Slide 15 - Slide
EXERCICE PARLER
In tweetallen oefenen. 5 minuten p.p. Kleinste van duo is A.
A stelt de vragen. (B oefent dus)
Na oefenen vult A feedbackformulier in voor B ( 2 min)
Daarna B vragensteller (A oefent). Daarna vult B feedbackformulier in voor A.
timer
5:00
timer
2:00
Slide 16 - Slide
docs.google.com
Slide 17 - Link
EXERCICE PARLER
Samen oefenen/vragen
Slide 18 - Slide
Questions?
Slide 19 - Slide
Evaluation
Le but:
1)Je connais les "wederkerende werkwoorden"et je sais comment les conjuguer.
2)Je sais ce que je dois faire et pratiquer pour le test de parler