This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Voltooid deelwoord
We leren hoe je een voltooid deelwoord vormt.
Hiervoor leren we drie regels.
Slide 1 - Slide
Hoe gaat de les?
Aantekeningen maken - iedereen
Uitleg met voorbeelden - leergroep zelf aan de slag
Iedereen zelf aan de slag
Denkvraag voor leergroep en extra uitleg
Slide 2 - Slide
Wat weten we al?
Je krijgt met je maatje een stapeltje werkwoorden.
Stap 1: Schrijf op het blaadje:
ik vorm tegenwoordige tijd
ik vorm verleden tijd
Stap 2: Maak drie stapels
Stapel 1: zelfde klank werkwoorden (maken)
Stapel 2: andere klank werkwoorden (lopen)
Stapel 3: ww met een voorzetsel (herleiden) - ge, be, ver, ont, her of er
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Denkstappen:
Slide 5 - Slide
Denkstappen:
Stap 1: Welk soort werkwoord is het?
Stap 2: Welke regel hoort erbij?
Stap 3: Als je de stam nodig hebt: wat is de stam?
Stap 4: Pas de regel toe. Doe een check. Ik heb… of Ik ben… Klinkt het logisch?
Plagen
Gebruiken
Lopen
Slide 6 - Slide
Denkstappen:
Stap 1: Welk soort werkwoord is het?
Stap 2: Welke regel hoort erbij?
Stap 3: Als je de stam nodig hebt: wat is de stam?
Stap 4: Pas de regel toe. Doe een check. Ik heb… of Ik ben… Klinkt het logisch?
Kijken
Schoppen
Besluiten
Slide 7 - Slide
Denkstappen:
Stap 1: Welk soort werkwoord is het?
Stap 2: Welke regel hoort erbij?
Stap 3: Als je de stam nodig hebt: wat is de stam?
Stap 4: Pas de regel toe. Doe een check. Ik heb… of Ik ben… Klinkt het logisch?
Verschroeien
Zingen
Beven
Slide 8 - Slide
Wat zijn de voltooid deelwoorden van: Verschroeien, Zingen, Beven. Schrijf eerst de ik-vorm tt en ik-vorm vt op, dan het vd. Dan pas lever je je antwoord in.
Slide 9 - Open question
Denkstappen:
Stap 1: Welk soort werkwoord is het?
Stap 2: Welke regel hoort erbij?
Stap 3: Als je de stam nodig hebt: wat is de stam?
Stap 4: Pas de regel toe. Doe een check. Ik heb… of Ik ben… Klinkt het logisch?
Afkoelen
Ontstaan
Fietsen
Slide 10 - Slide
Wat zijn de voltooid deelwoorden van: Afkoelen, Ontstaan, Fietsen Schrijf eerst de ik-vorm tt en ik-vorm vt op, dan het vd. Dan pas lever je je antwoord in.
Slide 11 - Open question
Denkvraag:
Wat is er bijzonder aan de volgende werkwoorden:
Tip: denk aan het doel van de les!
bakken
malen
scheiden
Slide 12 - Slide
Wat zijn de voltooid deelwoorden van: bannen, dingen naar, zich kwijten van Tip: gebruik een woordenboek
Slide 13 - Open question
Vul in: voltooid deelwoord van ruiken, beantwoorden, voetballen