Digitale vaardigheden - H9. Spreadsheets

Digitale vaardigheden
1 / 16
next
Slide 1: Slide
KeuzedelenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Digitale vaardigheden

Slide 1 - Slide

Nina wilt dat de titel van het document onder elke pagina komt te staan. Hoe doet ze dit het handigst?
A
Door een koptekst toe te voegen
B
Door een opmerking toe te voegen
C
Door een tekstvak onder elke pagina te plaatsen
D
Door een voettekst toe te voegen

Slide 2 - Quiz

Verbind de juiste situatie met de juiste handeling
Gegevens in tabel zetten
Sjabloon gebruiken
Titels dikgedrukt maken
Je wilt de tekst goed leesbaar maken
Je wilt de gegevens overzichtelijk weergeven
Je wilt een uitnodiging voor een feest maken

Slide 3 - Drag question

H9. Spreadsheets
We gaan het hebben over: 

Wat een spreadsheet is en wat je ermee kunt
Spreadsheet opmaken
Rekenen in Excel
Tabel aanmaken
Grafieken

Slide 4 - Slide

Een spreadsheet
Is een programma waarmee je kunt rekenen. 
Kunt er getallen en woorden in schrijven. 

Iedere cel heeft een eigen naam en je kunt meerdere werkbladen in een bestand toevoegen

Slide 5 - Slide

Spreadsheet opmaken
Lint: 



Klembord en lettertype hetzelfde als in Word
Uitlijning: kiezen waar de tekst/ getallen beginnen in een cel en tekst draaien (boven-beneden)
Getal: de waarde van het getal dat je invult (bijv. percentage, hoeveel cijfers achter de komma)
Stijlen: opmaak van het Excelbestand aanpassen
Cellen: nieuwe rijen en kolommen invoegen of verwijderen
Bewerken: snel sommen uitrekenen door een formule in te voegen

Slide 6 - Slide

Sjablonen

Slide 7 - Slide

Data (ingevulde informatie)
Data filteren: alleen data zien die voldoet aan de filter 






Data sorteren: data op gewenste 
volgorde plaatsen 

Slide 8 - Slide

Rekenen in Excel
Formules toepassen om Excel de sommen automatisch te laten uitrekenen. 

Bijv: =B2+C4

Wiskundige berekeningen: 
De functie SOM. Met deze functie tel je getallen bij elkaar op.
De functie PRODUCT. Met deze functie vermenigvuldig je getallen met elkaar.
De functie GEMIDDELDE. Met deze functie bereken je het gemiddelde.
De functie MAX. Met deze functie bepaal je de hoogste waarde.
De functie MIN. Met deze functie bepaal je de laagste waarde.

Slide 9 - Slide

Rekenen in Excel
Voorbeeld om mee te rekenen in excel: 

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Grafieken
Je gegevens op een overzichtelijke manier presenteren

Staafdiagram: gebruik je om te laten zien hoe vaak een bepaalde waarde voorkomt
Lijndiagram: gebruik je om de ontwikkeling gedurende een bepaalde tijd te laten zien
Cirkeldiagram: gebruik je om de verdeling binnen een bepaalde groep te laten zien





Geef je diagram een titel, zodat iedereen weet waar je grafiek over gaat

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Aan de slag! (les 1) 
Basis maakt: 
Praktijkopdracht 7. Vakantie-uitgaven in Bilbao 

Gevorderd maakt: 
Praktijkopdracht 10. Vakantie-uitgaven in Bilbao

Slide 14 - Slide

Aan de slag! (les 2) 
Basis maakt: 
Praktijkopdracht 8. Een eindfeest organiseren
(bij Extra praktijkopdrachten)

Gevorderd maakt: 
Praktijkopdracht 11. Een eindfeest organiseren
(bij Extra praktijkopdrachten)

Slide 15 - Slide

Aan de slag! (les 3) 
Basis maakt: 
Praktijkopdracht 9. Een tabel en grafiek maken in Excel
(bij Extra praktijkopdrachten)

Gevorderd maakt: 
Praktijkopdracht 12. Een tabel en grafiek maken in Excel
(bij Extra praktijkopdrachten)

Slide 16 - Slide