This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
Slide 1 - Video
Wat weet je nog van de vorige lessen? (voor de vakantie)
Slide 2 - Open question
Welke onderdelen heb jij al af (ben je mee bezig)? Voorblad, inhoudsopgave, voorwoord, hoofdstuk 1, hoofdstuk 2, hoofdstuk 3, nawoord, bronnenlijst.
Slide 3 - Open question
Doelen voor vandaag
1. Ik weet wat ik moet doen voor hoofdstuk 3 en het nawoord.
2. Ik weet hoe een verslag in elkaar zit.
3. Ik heb de bronnen in de bronnenlijst opgeschreven.
4. Ik weet hoe ik mijn tekst in eigen woorden op kan schrijven.
Slide 4 - Slide
Hoofdstuk 3: Van toen naar nu
Je beschrijft hoe de uitvinding veranderd is.
Je beschrijft hoe het vroeger was en hoe het nu is.
Je beschrijft wat er verbeterd is aan de uitvinding en waarom het beter is.
Je voegt foto's toe van de uitvinding (verschillende foto's).
Tip: maak een soort tijdlijn.
Slide 5 - Slide
Maak korte verhaaltjes
Slide 6 - Slide
Hoe schrijf je een tekst in je eigen woorden?
Slide 7 - Open question
Stappenplan: schrijven in eigen woorden
Zoek informatie op.
Lees de alinea (paar regels).
Stel jezelf de vraag: Als ik dit aan iemand moet uitleggen, wat zou ik dan zeggen?
Dat wat je aan iemand zou uitleggen is de zin in je eigen woorden.
Slide 8 - Slide
Quiz: eigen woorden of niet
Slide 9 - Slide
De toekenning van het octrooi voor de telefoon aan Bell was omstreden en ging gepaard met de nodige rechtszaken.
A
Eigen woorden
B
Gekopieerd van internet
Slide 10 - Quiz
Alexander Graham Bell was een Schots-Amerikaans uitvinder, autodidact en de oprichter van de telefoonmaatschappij Bell, die uitgroeide tot de American Telephone and Telegraph Company (AT&T)
A
Eigen woorden
B
Gekopieerd van internet
Slide 11 - Quiz
Bell hielp zijn vader bij het werk vanaf 1868. Nadat zijn twee broers (Melville en Edward) overleden aan tuberculose (longziekte) verhuisde de rest van het gezin naar Canada.
A
Eigen woorden
B
Gekopieerd van internet
Slide 12 - Quiz
Tekst van Wikipedia:
Vanaf 1868 werkte Bell als assistent bij zijn vader.
Na het overlijden aan tuberculose van zijn twee broers, Melville James (1845-1870) en Edward Charles (1848-1867), emigreerde het gezin Bell naar Brantford, Canada.
Tekst die ik heb geschreven:
Bell hielpzijn vader bij het werk vanaf 1868.
Nadat zijn twee broers (Melville en Edward) overleden aan tuberculose (longziekte) verhuisde de rest van het gezin naar Canada.
Slide 13 - Slide
Schrijf in je eigen woorden op: Hoewel Bell vaak wordt genoemd als uitvinder van de telefoon is het een gedeelde uitvinding, waaraan ook Antonio Meucci, Elisha Gray en Philipp Reis een bijdrage hebben geleverd.
Slide 14 - Open question
Van Wikipedia:
Hoewel Bell vaak wordt genoemd als uitvinder van de telefoon is het een gedeelde uitvinding, waaraan ook Antonio Meucci, Elisha Gray en Philipp Reis een bijdrage hebben geleverd.
In eigen woorden:
Er wordt vaak gezegd dat Bell de telefoon heeft uitgevonden. Dit is alleen niet helemaal waar. Antonio Meucci, Elisha Gray en Philipp Reis hebben ook geholpen.
Slide 15 - Slide
Uiterste inleverdatum
Maandag 26 oktober 2021 (volgende week dinsdag)
Je zorgt dat het document met mij is gedeeld. Ik zal deze week nog aantekeningen zetten in je verslag. Kijk hiernaar!
Slide 16 - Slide
Ga jij aan het werk, of wil je meer uitleg?
Ja, ik kan aan het werk.
Ik wil meer uitleg over de opzet van het verslag.
Ik wil meer uitleg over hoofdstuk 3.
Ik wil hulp om in mijn eigen woorden te schrijven.
Slide 17 - Poll
Quiz: opzet van het werkstuk
Slide 18 - Slide
Wat komt er op het voorblad?
A
De indeling van de hoofdstukken.
B
De bronnen
C
De titel van het werkstuk met plaatjes en je naam.
D
Waarom je het onderwerp hebt gekozen
Slide 19 - Quiz
Wat komt er in de inhoudsopgave?
A
De bronnen
B
De indeling van de hoofdstukken
C
Waarom je het onderwerp hebt gekozen.
D
Wat je van het verslag hebt geleerd
Slide 20 - Quiz
Wat komt er in de inleiding?
A
De indeling van de hoofdstukken
B
Wat je van het werkstuk geleerd hebt
C
Informatie over de uitvinder
D
Waarom je het onderwerp gekozen hebt.
Slide 21 - Quiz
Wat komt er in hoofdstuk 1?
A
Informatie over de uitvinding
B
Informatie over het verschil van vroeger en nu
C
Informatie over de uitvinder
Slide 22 - Quiz
Wat komt er in hoofdstuk 2?
A
Informatie over de uitvinding
B
Informatie over het verschil van vroeger en nu
C
Informatie over de uitvinder
Slide 23 - Quiz
Wat komt er in hoofdstuk 3?
A
Informatie over de uitvinding
B
Informatie over het verschil van vroeger en nu
C
Informatie over de uitvinder
Slide 24 - Quiz
Wat komt er in het nawoord?
A
Bronnen
B
Waarom je dit onderwerp hebt gekozen
C
Wat je hebt geleerd van het werkstuk
D
De indeling van de hoofdstukken
Slide 25 - Quiz
Wat komt er in de bronnenlijst?
A
De indeling van de hoofdstukken
B
Wat je hebt geleerd van het werkstuk
C
De indeling van de hoofdstukken
D
De bronnen
Slide 26 - Quiz
Doelen voor vandaag
1. Ik weet wat ik moet doen voor hoofdstuk 3 en het nawoord.
2. Ik weet hoe een verslag in elkaar zit.
3. Ik heb de bronnen in de bronnenlijst opgeschreven.
4. Ik weet hoe ik mijn tekst in eigen woorden op kan schrijven.
Slide 27 - Slide
Welke doelen heb jij behaald (schrijf het cijfer op). 1. Ik weet wat ik moet doen voor hoofdstuk 3 en het nawoord. 2. Ik weet hoe een verslag in elkaar zit. 3. Ik heb de bronnen in de bronnenlijst opgeschreven. 4. Ik weet hoe ik mijn tekst in eigen woorden op kan schrijven.