Bestudeer de volgende slides, totdat je bij de online oefeningen komt
'practicar en internet'. Oefen daarna online.
LET OP: je gebruikt je device alleen voor deze oefeningen.
- bijvoeglijk naamwoord (guapo, inteligente, rubio ...)
- bijwoord van hoeveelheid (un poco, muy...)
- bezittelijk voornaamwoord (mi, tu, su ...)
-werkwoorden