Herhaling 3.1 t/m 3.3

• Aardrijkskunde
• Middelbare school

Welke letters passen volgens het klimaatsysteem van Köppen achtereenvolgens bij de klimaatdiagrammen hiernaast?

1. A, E, D
2. D, B, C
3. D, B, A
4. C, D, A

Welke letter krijgen de tropische klimaten in het klimaatsysteem van Köppen?

1. A
2. B
3. C
4. D

1. Cf klimaat
2. Cs klimaat
3. Cw klimaat

1. A-klimaat
2. B-klimaat
3. C-klimaat
4. D-klimaat

Welk klimaat heeft Nederland volgens het klimaatsysteem van Köppen?

1. Cf
2. Cs
3. Cw
4. Df

Welke klimaatfactor?

1. breedteligging
2. hoogteligging
3. zeestromen
4. luchtdruk

Op welke plek regent het?

1. A
2. B

Warmt snel op

Warmt langzaam op

Koelt snel af

Koelt langzaam af

Zee

Land

Aanlandig/aflandig?

1. Links: aflandig Rechts: aflandig
2. Links: aanlandig Rechts: aflandig
3. Links: aanlandig Rechts: aanlandig
4. Links: aflandig Rechts: aanlandig

Wat is de overheersende windrichting?
(winter, januari)

1. Noordoost
2. Noordwest
3. Zuidoost
4. Zuidwest

Wat is de overheersende windrichting?
(winter, januari)

1. Noordoost
2. Noordwest
3. Zuidoost
4. Zuidwest

Welke klimaatfactor is bepalend voor het verschil in klimaat tussen Nederland en Polen?

1. Breedteligging
2. Invloed van de wind
3. Invloed van de zee
4. Koude / warme zeestromen

Welke klimaatfactor zorgt ervoor dat het gemiddeld warmer is in Spanje dan in Nederland

1. Breedteligging
2. Hoogteligging
3. Afstand tot de zee
4. Gesteldheid van het aardoppervlak

Welke klimaatfactor is het meest bepalend voor de aanwezigheid van het Amazone-regenwoud?

1. breedteligging
2. aanlandige wind
3. ligging aan de loefzijde van gebergte (Andes)
4. warme zeestroom