§ 3.3 Monetair beleid

§ 3.3 Monetair beleid

Wat is het effect van monetair beleid?


Kernwoorden:

- geldhoeveelheidsbeleid

- rentebeleid

- verkeersvergelijking van Fisher

- wisselkoersbeleid

1 / 19
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 19 slides, with text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

§ 3.3 Monetair beleid

Wat is het effect van monetair beleid?


Kernwoorden:

- geldhoeveelheidsbeleid

- rentebeleid

- verkeersvergelijking van Fisher

- wisselkoersbeleid

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Onderdelen monetair beleid

Het monetair beleid kan gevoerd worden door aanpassen van 

  • de maatschappelijke geldhoeveelheid
  • het officiële rentetarief (reporente)


Slide 3 - Slide

Interne waarde euro

De ECB heeft als hoofdtaak het in de hand houden van de inflatie. De ECB wil een inflatie van (iets) onder de ........ per jaar.


Door de maatschappelijke geldhoeveelheid (M) te vergroten of verkleinen, kan de inflatie gestuurd worden.


Slide 4 - Slide

Interne waarde euro

De ECB heeft als hoofdtaak het in de hand houden van de inflatie. De ECB wil een inflatie van (iets) onder de 2% per jaar.


Door de maatschappelijke geldhoeveelheid (M) te vergroten of verkleinen, kan de inflatie gestuurd worden.


Slide 5 - Slide

De centrale bank kan de maatschappelijke geldhoeveelheid beïnvloeden door het gemakkelijker of juist minder gemakkelijk te maken voor banken om geld uit te lenen.

Stel dat de centrale bank de regels voor het uitlenen van geld versoepeld. Banken gaan ................ uitlenen aan gezinnen en bedrijven. Zo .................. de maatschappelijke geldhoeveelheid. Gezinnen en bedrijven gaan dit uitgeven. Er komt .................... vraag en (bij een gelijkblijvend aanbod) zullen de prijzen

................................

Een hogere M leidt dus tot ................................ inflatie.

Slide 6 - Slide

De centrale bank kan de maatschappelijke geldhoeveelheid beïnvloeden door het gemakkelijker of juist minder gemakkelijk te maken voor banken om geld uit te lenen.

Stel dat de centrale bank de regels voor het uitlenen van geld versoepeld. Banken gaan meer uitlenen aan gezinnen en bedrijven. Zo stijgt de maatschappelijke geldhoeveelheid. Gezinnen en bedrijven gaan dit uitgeven. Er komt meer vraag en (bij een gelijkblijvend aanbod) zullen de prijzen stijgen.


Een hogere M leidt dus tot meer inflatie.

Slide 7 - Slide

Ook heeft de hoogte van de rente invloed op de inflatie.

Stel dat de centrale bank het officiële rentetarief voor de banken verhoogt. Banken rekenen dit door aan hun klanten. Gezinnen en bedrijven moeten dus ....................... betalen voor hun leningen. Vraag naar leningen ........................ . Ook zullen consumenten meer gaan ............................., omdat dit door de hogere rente aantrekkelijker is geworden.  Minder ..................... en meer ....................... leidt tot een daling van de ..................... ....................................................... . Er komt .................... vraag en (bij een gelijkblijvend aanbod) zullen de prijzen ................... .

Slide 8 - Slide

Ook heeft de hoogte van de rente invloed op de inflatie.

Stel dat de centrale bank het officiële rentetarief voor de banken verhoogt. Banken rekenen dit door aan hun klanten. Gezinnen en bedrijven moeten dus meer betalen voor hun leningen. Vraag naar leningen daalt. Ook zullen consumenten meer gaan sparen, omdat dit door de hogere rente aantrekkelijker is geworden.

Minder leningen en meer sparen leidt tot een daling van de maatschappelijke geldhoeveelheid. Er komt minder vraag en (bij een gelijkblijvend aanbod) zullen de prijzen dalen.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Monetair beleid & conjunctuur

Zowel het aanpassen van de geldhoeveelheid

als het aanpassen van de rente,

hebben invloed op de vraag

naar goederen en dus de

conjunctuur.



Slide 11 - Slide

Verkeersvergelijking van Fisher

De verkeersvergelijking van Fisher:

M x V = P x T

M: maatschappelijke geldhoeveelheid

V: omloopsnelheid van geld

P: prijsniveau

T: aantal transacties (ook wel Y of reëel BBP)

Slide 13 - Slide

Monetaire expansie op korte termijn

Als de centrale bank de geldhoeveelheid laat stijgen, noemen we dit een monetaire expansie. Doordat consumenten en bedrijven meer consumeren / investeren, stijgt de effectieve (geaggregeerde) vraag. Op korte termijn (als prijzen vaststaan), zal hierdoor het productieniveau stijgen.

M x V = P x T

M stijgt, en als V en P vaststaan, zal T stijgen.

Slide 14 - Slide

Monetaire expansie op lange termijn

Als de maatschappelijke geldhoeveelheid stijgt, zullen uiteindelijk ook de prijzen stijgen. Het BBP (Y) zal weer terugkeren naar de natuurlijke productieomvang.

M x V = P x T

Als M stijgt, zal bij gelijkblijvende V en een uiteindelijk gelijkblijvende T, alleen P stijgen.

Op lange termijn, leidt een stijging van M dus tot inflatie.

Slide 15 - Slide

Neutraliteit van geld
Het is de taak van de centrale bank om ervoor te zorgen dat de maatschappelijke geldhoeveelheid gelijke tred houdt met de productie. Als de maximale productie (= ...........................) is bereikt, zal een stijging van M namelijk op lange termijn alleen leiden tot een stijging van ......................... De stijging van M heeft dus op lange termijn geen invloed op het ........ . Dit heet de .......................................................................... .

Slide 16 - Slide

Neutraliteit van geld
Het is de taak van de centrale bank om ervoor te zorgen dat de maatschappelijke geldhoeveelheid gelijke tred houdt met de productie. Als de maximale productie (= productiecapaciteit) is bereikt, zal een stijging van M namelijk op lange termijn alleen leiden tot een stijging van P (= inflatie). De stijging van M heeft dus op lange termijn geen invloed op het BBP. Dit heet de neutraliteit van geld.

Slide 17 - Slide

Externe waarde van de munt

Een centrale bank kan ook de externe waarde van de munt proberen te beïnvloeden. De ECB voert geen beleid op het beïnvloeden van de wisselkoers van de euro.

De rente heeft invloed op de wisselkoers. Ook kan een centrale bank valuta aan- of verkopen op de valutamarkt. Dit alles hebben we gezien in §1.3 & § 1.4.

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video