De Islam

De Islam
1 / 26
next
Slide 1: Slide
BurgerschapskundeBasisschoolGroep 8

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

De Islam

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen :  
* waarom de islam is ontstaan, * hoe deze godsdienst zich heeft verspreid 
* wat de belangrijkste kenmerken van de islam zijn.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al
over de islam?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Hoe het begon ... 
  • In de zesde eeuw geloofden de Arabieren in honderden goden
  • In de stad Mekka stond de Ka'aba: een grote zwarte steen
  • Op deze plek aanbieden de Arabieren hun goden
  • Ook mensen, waaronder veel handelaren, uit andere landen bezochten de Ka’aba en baden er tot hun goden.
  • Mekka lag aan een kruispunt van handelswegen en was een belangrijke handelsstad.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Een visioen
  • Mohammed was een handelaar uit Mekka.
  • In een droom, een visoen, vertelde een engel dat er maar één god is, Allah.
  • Mohammed vertelde de mensen in Mekka over zijn droom, maar bijna niemand wilde naar hem luisteren.
De meeste mensen moesten niets van Mohammed hebben en joegen hem en zijn volgelingen de stad uit

Slide 5 - Slide

Boodschapper
Toen Mohammed 40 jaar was ging hij op een dag in een grot zitten om na te denken. Hij droomde over de engel Gabriël die hem vertelde dat Allah Mohammed had uitgekozen als boodschapper. Mohammed geloofde zijn droom in het begin niet. Maar de engel kwam vaker terug en Mohammed begon de boodschap te geloven. Allah vertelde via de engel Gabriël hoe de mensen moesten leven. Zo vertelde de engel dat de mensen in Mekka niet meer in verschillende goden moesten geloven maar alleen in Allah.
De verhuizing
  • Mohammed vlucht naar Medina
  • Dit is het begin van de islamitische jaartelling, de hedsjra
  • In deze stad woonden veel joden en christenen, ook zij geloven in één god (monotheïsme).
  • Mohammed, die zich profeet van Allah noemde, kreeg veel aanhangers.
  • Zij noemden zich moslims en hun godsdienst de islam.

Slide 6 - Slide

De verhuizing
Mohammed vertelde de boodschap van Allah aan zijn familie en vrienden. Deze geloofden de boodschap van Mohammed en werden de eerste moslims. Mohammed ondervond veel tegenstand van de plaatselijke machthebbers in Mekka dus toen hij door belangrijke mannen in de stad Medina werd uitgenodigd om hier te komen wonen, deed hij dat. Onderweg werd Mohammed achterna gezeten door een aantal mensen uit Mekka die hem kwaad wilden doen.

Slide 7 - Video

This item has no instructions

Terug naar Mekka


  • Met een grote groep moslims ging Mohammed terug naar Mekka (630)
  • Er werd gevochten en Mohammed won.
  • Veel bewoners van Mekka werden toen alsnog moslim.
  • Mohammed beval dat mensen bij de Ka’aba alleen nog tot Allah mochten bidden.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Wat gebeurt er op de tekening?
Kies het juiste antwoord.
A
Een engel vertelt Mohammed dat hij moet vluchten uit Mekka.
B
Een engel vertelt Mohammed dat hij bij de Ka’aba de goden moet gaan aanbidden.
C
Een engel vertelt Mohammed dat hij christen moet worden.
D
Een engel vertelt Mohammed dat er maar één god is, Allah.

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

In welk jaar leven wij volgens de islamitische kalender?
A
645
B
1234
C
1897
D
1444

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Verspreiding van de islam
Vanaf 632
  • Na de dood van Mohammed (632) veroveren zijn opvolgers, kaliefen, grote delen van het Midden-Oosten en Noord-Afrika
  • De meeste mensen in deze gebieden worden moslim
  • Toen de Arabieren ook een groot deel van Spanje en Portugal veroverden, grensden het Frankische Rijk en het Arabische Rijk aan elkaar.

Slide 11 - Slide

Een kalief (Arabisch: خليفة chalifa: opvolger, plaatsvervanger, rentmeester) staat aan het hoofd van een kalifaat. In de geschiedenis wordt meestal bedoeld het islamitische rijk maar er waren ook andere (hiervan afgeleide) kalifaten.
Franken en Arabieren vielen regelmatig elkaars gebied binnen.
In 732 vochten hun legers bij de Franse plaats Poitiers.
Karel Martel, de grootvader van Karel de Grote, leidde de Franken.
Zijn leger was groter en zijn soldaten kenden het terrein vochten.
De Arabieren werden verslagen en zouden nooit meer zo ver noordelijk komen.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Noem 3 landen die door de Arabieren zijn veroverd

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

De Islam anno nu
Islam betekent: 'onderwerping'
Het belangrijkste boek is de Koran of Qoer'ān (القرآن)
Volgens moslims zijn de woorden in de Arabische taal door Allah via de engel Djibriel aan Mohammed geopenbaard.
Daarnaast moet een moslim zich (zoveel mogelijk) houden aan de vijf zuilen, dit zijn godsdienstige verplichtingen.
Het vrijdaggebed in een moskee is voor mannen verplicht

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Koran
 heilige boek 
Arabisch
Gabriël boodschapper van God
610 na Christus  
De volgelingen van Mohammed schreven deze boodschappen op.

Slide 15 - Slide

De Koran
De Koran is het heilige boek van de islam. De Koran is in het Arabisch geschreven. De engel Gabriël heeft boodschappen van God doorgegeven aan Mohammed. De eerste keer dat de engel Mohammed opzocht, was ongeveer in het jaar 610 na Christus. In een periode van ongeveer 20 jaar heeft de engel Mohammed geregeld opgezocht en boodschappen doorgegeven. Mohammed onthield al deze openbaringen. De volgelingen van Mohammed schreven deze boodschappen op.
Wie leest eruit de Koran? 

Slide 16 - Slide

Wie leest er uit de Koran?
De Koran is van oorsprong in het Arabisch geschreven. Als er in de moskee wordt voorgelezen uit de koran, dan doet de imam of qari dat. Hij moet heel duidelijk Arabisch spreken en moet ook zijn uiterste best doen om zo mooi mogelijk voor te lezen. De Koran is vertaald in bijna alle talen, dus iedere moslim kan de Koran lezen in zijn eigen taal.
Wat staat er in de Koran?

Slide 17 - Slide

In de Koran staat onder andere hoe je als moslim moet leven en hoe je na de dood in de hemel komt. Ook kun je in de Koran verhalen vinden van profeten uit het jodendom en het christendom. Zo staan er verhalen in over Abraham, Mozes, Maria en Jezus. In het heilige boek wordt ook over de islamitische wetten en de zuilen van de islam geschreven.


Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Video

This item has no instructions

zuil 1: Geloofsbelijdenis: je gelooft in 1 God (Allah) en dat Mohammed zijn boodschapper is.  

Zuil 2: Als moslims hoor je vijf keer per dag te bidden, met je gezicht in de richting van de stad Mekka. Voordat je gaat bidden, moet je je eerst wassen.
Gebed
Bidden kun je overal doen, op een matje thuis, op school, op straat, maar het liefst in de moskee. In landen waar de meeste mensen moslim zijn, wordt er vanuit de moskee vijf keer per dag opgeroepen tot gebed. Tijdens het bidden, zeggen moslims vaak Allahoe akbar (God is zeer groot).

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Zuil 3: Vasten
Veel moslims doen mee met de ramadan: de vastenmaand. Dat betekent dat ze tussen zonsopgang en zonsondergang niet eten, drinken, roken of vrijen.
Boodschap
Mohammed kreeg in de maand ramadan voor het eerst een boodschap van Allah via de engel Gabriël. Daarom is dit een heilige maand voor moslims. Tijdens de ramadan denken moslims na over hun leven. Als de zon onder is komt iedereen bij elkaar om samen te eten. Eerst een dadel met water, daarna van alles. De ramadan valt elk jaar anders. De ramadan eindigt met het Suikerfeest: het vasten is voorbij.


Zuil 4: Aalmoezen
Iedere moslim moet een deel van zijn of haar geld aan arme of zieke mensen geven. Dat heet ‘zakaat’.
Welvaart
Het doel van de zakaat is om de verschillen tussen arme en rijke mensen een beetje kleiner te maken. Zo wordt geprobeerd om de welvaart van de mensen een beetje te delen.
Inkomen
De hoogte van je zakaat is afhankelijk van je bezit of je inkomen. Maximaal hoef je niet meer dan 10% van je inkomen of bezit weg te geven. In sommige landen heeft de regering geregeld hoeveel zakaat je moet geven.


Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Zuil 5: Bedevaart
De bedevaart naar Mekka heet in het Arabisch de hadj. Iedere moslim die het kan betalen, moet een keer naar Mekka op bedevaart gaan. Dit is de stad waar Mohammed is geboren.
Mekka


Slide 22 - Slide

This item has no instructions

moskee
In de volgende slide vind je een korte video over hoe het gebedshuis van de islam er uitziet. 

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Video

This item has no instructions

Verwerking
* teken een moskee
(bekijk filmpje op volgende dia) 

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Video

This item has no instructions