B4 Spieren

1 / 24
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Link

Hoe heet 1
A
Spierbundel
B
Spierschede
C
Bewegingszenuwcel
D
Pees

Slide 12 - Quiz

Geef van de volgende spieren aan of je ze bewust of onbewust gebruikt.
1.  Spieren waarmee je je arm buigt
2. Spieren in je maag
3. Hartspier
4. Spieren waarmee je je vingers buigt
5. Spieren in de huid
6. Spieren waarmee je een bal wegschopt
Bewust
onbewust
onbewust
onbewust
Bewust
Bewust

Slide 13 - Drag question

Wat is de functie van een pees
A
Geeft stevigheid
B
Hiermee zit een spier vast aan het bot
C
De spier samentrekken
D
Geeft vorm

Slide 14 - Quiz

Spier
Spiervezel
Pees
Spierbundel

Slide 15 - Drag question

Kraakbeenweefsel of botweefsel?
kraakbeen
kraakbeen
bot
bot
bot

Slide 16 - Drag question

sleep het juiste woord naar de juiste plaats in de zin
Hoe ouder je wordt hoe minder ..... er in je botten zit en hoe meer ..... er in je botten zit
Pasgeboren baby's hebben erg veel ..... in de botten en nog weinig ..... in de botten
lijmstof
kalk
lijmstof
kalk

Slide 17 - Drag question

Botten kunnen op verschillende manieren met elkaar verbonden zijn. Sleep de namen van de beenverbindingen naar het juiste plaatje.
Gewricht
Naad-verbinding
Vergroeide botten
Kraakbeen

Slide 18 - Drag question

Wat zijn antagonisten
A
Een laag bindweefsel om de spier
B
Hier is een spier uit opgebouwd
C
Spieren met een tegengestelde werking
D
Samengesmolten spiercellen

Slide 19 - Quiz

Kraakbeen bestaat vooral uit 

Een bot bestaat vooral uit

Kalk maakt een bot                       en                     
kalk
lijmstof
hard
veerkrachtig
breekbaar
buigzaam

Slide 20 - Drag question

spier
pees
gewrichtskogel
kraakbeen
gewrichtssmeer
kapselband

Slide 21 - Drag question

Welke van de 4 spieren zijn
antagonisten van elkaar?
A
1&4 en 3&2
B
3&4 en 2&1
C
1&3 en 2&4
D
3&4 en 1&4

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Slide

Opdrachten
Lees en markeer B4
Maak de opdrachten 19 t/m 23

Slide 24 - Slide