Woorden - H.3.5 - les 2

Woorden - H. 3.5
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Woorden - H. 3.5

Slide 1 - Slide

Start van de les
  • IPad op de hoek van je tafel, gesloten.
  • Tas op de grond.
  • Telefoon en sleutels in je tas

Start met lezen in je leesboek.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Doelen van vandaag
In deze paragraaf leer je:
• ongeveer 25 nieuwe woorden;
• wat tegenstellingen zijn.

Slide 4 - Slide

Even herhalen

Slide 5 - Slide

Wat is de betekenis van 'het teken'?
A
iets nemen zoals het is
B
figuur of ding om iets te duiden
C
de delen waarmee je en gerecht maakt
D
krijgen

Slide 6 - Quiz

vrienden worden met iemand
zonder zorgen
andere vorm of manier, variatie
op de beste manier
onbezorgd
optimaal
vriendschap sluiten
de variant

Slide 7 - Drag question

Wat is de betekenis van 'de ervaring'?
A
mensen enthousiast maken
B
eng
C
graag willen dat iets gebeurt
D
wat je hebt geleerd door wat je hebt meegemaakt

Slide 8 - Quiz

Wat is de betekenis van 'inspireren'?
A
dapper, iets durven doen wat je eng vindt
B
wat je aandacht trekt
C
mensen enthousiast maken
D
buitengewoon, tot in het uiterste

Slide 9 - Quiz

de aanpak
extreem
hopen
levensgevaarlijk
opvallend
graag willen dat iets gebeurt
heel erg gevaarlijk, zo gevaarlijk dat je er dood door kunt gaan 
wat de aandacht trekt
hoe je iets gaat doen
buitengewoon, tot in het uiterste

Slide 10 - Drag question

Woordtrainer
Oefenen met de woordtrainer via Talent hoofdstuk 3.5.

Slide 11 - Slide

Maken Woorden 3.5  opdr. 10 t/m 14, 16 en 17
timer
10:00
Klaar?
  • Test jezelf H.1.5 en H.2.5
  • Woordtrainer
  • huiswerk maken
  • lezen Govert

Slide 12 - Slide

Wat is de betekenis van 'aarzelen'?
A
je bent onzeker en je wacht nog even
B
nerveus, onrustig
C
de reden waarom iets gebeurt of zo is
D
de stemming

Slide 13 - Quiz

Wat is de betekenis van 'de faalangst'?
A
het gevaar dat misschien komt
B
zenuwachtig
C
de moeite
D
angst om fouten te maken, waardoor je minder presteert

Slide 14 - Quiz

Wat is de betekenis van 'de oorzaak'?
A
de stemming
B
de reden waarom iets gebeurt of zo is
C
de moeite
D
het zo goed mogelijk willen doen

Slide 15 - Quiz

Wat is de betekenis van 'de sfeer'?
A
de stemming, hoe het voet om er te zijn
B
het gevaar dat misschien komt
C
nerveus, onrustig
D
de moeite

Slide 16 - Quiz