Use cases: de sleutel tot succesvolle software-ontwikkeling

• Applicatie- en mediaontwikkelaar
• MBO
• Studiejaar 1

Use cases: de sleutel tot succesvolle software-ontwikkeling

Leerdoel

Aan het eind van deze les kan je uitleggen wat een use case is.

Dit leerdoel wordt aan het begin van de les toegelicht en aan het einde van de les herhaald.

Wat weet je al over het belang van use cases in software-ontwikkeling?

Wat is een use case?

Een use case is een beschrijving van hoe een gebruiker een systeem gebruikt om een specifiek doel te bereiken.

Hier wordt uitgelegd wat een use case is en waarom het belangrijk is in software-ontwikkeling.

Waarom zijn use cases belangrijk?

Use cases helpen het ontwikkelteam beter te begrijpen hoe het systeem moet werken en welke functies het moet hebben.

Hier worden de voordelen van het gebruik van use cases besproken.

Hoe maak je een use case?

Een use case bestaat uit een reeks stappen die de gebruiker moet uitvoeren om een specifiek doel te bereiken. Begin met het identificeren van de gebruiker en het doel.

Dit is een praktische slide waarop wordt uitgelegd hoe je een use case kunt maken.

Voorbeeld use case

Een voorbeeld van een use case is: 'Een klant bestelt een product op de website en betaalt met een creditcard.'

Op deze slide wordt een voorbeeld use case gegeven om het concept te verduidelijken.

Use cases in de praktijk

Use cases worden gebruikt in agile software-ontwikkeling om de ontwikkeling van software te sturen en ervoor te zorgen dat de ontwikkelaars zich richten op de behoeften van de gebruikers.

Hier wordt uitgelegd hoe use cases worden gebruikt in de praktijk.

Oefening

Maak in groepen van drie een use case voor een online boodschappenservice.

Dit is een interactieve slide waarop studenten worden aangemoedigd om een use case te maken.

Presentatie

Elke groep presenteert hun use case en feedback wordt gegeven.

Dit is een praktische oefening waarbij studenten hun werk presenteren en feedback ontvangen.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.