Inflatie

Les Inflatie
1 / 19
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Les Inflatie

Slide 1 - Slide

Wie wil er miljonair worden?

Slide 2 - Open question

In Zimbabwe (2008) was iedereen miljonair!

Slide 3 - Slide

leerdoelen
Na deze les weet je het verschil tussen inflatie en hyperinflatie
Uitleggen wat deflatie is

Slide 4 - Slide

Wat betekent inflatie?

Slide 5 - Open question

Inflatie
Inflatie treedt op als er sprake is van een algemene stijging van de prijzen van goederen en diensten, niet alleen van individuele producten; dat betekent dat je vandaag minder kunt kopen voor 1 euro dan gisteren. Met andere woorden: door inflatie wordt de munt in de loop van de tijd minder waard.

Slide 6 - Slide

Koopkracht
De koopkracht geeft aan hoeveel een huishouden gemiddeld kan kopen. De koopkracht is onder andere afhankelijk van het inkomen, de geheven belastingen en de waardevermindering van geld. Van belang is hoe de koopkracht zich ontwikkelt over de tijd. Het gaat om de ontwikkeling van het inkomen ten opzichte van de inflatie.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Door de oorlog in Oekraïne zijn nog meer producten in prijs gestegen. Noem eens een paar.

Slide 10 - Open question

Voor wie is inflatie nadelig?
A
Spaarders (beleggers)
B
Leners (geldvragers)
C
De overheid

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Link

Bij inflatie dan:
A
moet je nu iets kopen, morgen is het duurder
B
kun je beter morgen iets kopen, dat is goedkoper
C
moet je helemaal niets kopen, maar juist sparen
D
geen idee, ik doe maar wat

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Video