geldzaken 2

Ik en de maatschappij
Geldzaken 

Hoofdstuk 2
1 / 53
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerPraktijkonderwijsLeerjaar 4

This lesson contains 53 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Ik en de maatschappij
Geldzaken 

Hoofdstuk 2

Slide 1 - Slide

Budgetteren
  • begroting/ budgetplan
  • niet meer uitgeven dan er binnenkomt

Slide 2 - Slide

soorten uitgaven:
  • dagelijkse uitgaven bv eten, drinken
  • vaste lasten bv huur, gas water, licht, verzekeringen( zorg)
  • incidentele uitgaven bv cadeautjes, vakantie, nieuwe telefoon

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Link

Budget plan/begroting
  • dagelijkse uitgaven
  • vaste uitgaven
  • incidentele uitgaven

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Opdrachten maken
Lees samen blz, 20, 21 en 27
Maak nu opdracht 1 t/m 13
Let op dit gaat t/m blz 30
Opdracht 9, 10 en 11 hoeft niet meer!

Opdracht 13 laten controleren door je docent. 

Slide 7 - Slide

Ik en de maatschappij


Gel dzaken
Hoofdstuk 3

Slide 8 - Slide

Vaste woonlasten ( per mnd)
  • huur
  • gas, water, licht
  • verzekeringen ( inboedelverzekering, woonhuisverzekering)
  • gemeentelijke belastingen ( riool, afvalstoffen)

Slide 9 - Slide

Huur
1x per maand
Aan de verhuurder voor een bepaalde datum
Automatische incasso
Voordelen:
- Scheelt je een actie want het gaat automatisch.
- Je kunt het niet vergeten.

Slide 10 - Slide

Energie rekening
  • gas(verwarming, heet water, fornuis) en elektriciteit
  • 1x per jaar de meterstanden doorgeven
  • per maand een bedrag, termijnbedrag.
  • 1x per jaar de eindafrekening

Slide 11 - Slide

Wat moet je maken?
Lees:
- De grijze theorie gedeeltes op blz. 33, 34, 35, 36 en 37
Maak:
- Opdracht 1 t/m 10 van blz. 33 t/m 39
timer
1:00

Slide 12 - Slide

Gemeente belasting
  • afvalstoffen heffing
  • rioolheffing
  • hondenbelasting
  • onroerende zaak belasting bij een eigen huis(OZB)

Slide 13 - Slide

Waterschap belasting
  • zuiveringsheffing
  • watersysteemheffing

Slide 14 - Slide

Betalen?
  • 1x per jaar een aanslag(DE rekening)
  • Of elke maand
  • automatische incasso

Slide 15 - Slide

Wat moet je maken?

Lees:
- De grijze theorie gedeelte op blz. 39, 40, 41 en 42 
Maak:
- opdracht 11 t/m 16, blz. 40 t/m 44

Laat opdracht 16 controleren door je docent. 

Slide 16 - Slide

Ik en maatschappij

Geldzaken


Hoofdstuk 4
Verzekeringen

Slide 17 - Slide

Deze les leer je:
  •  wat een verzekering is en waarvoor je die afsluit.
  •  welke verzekeringen je (later) nodig hebt.
  • waar en hoe je een zorgverzekering moet regelen.
  • formulieren en rekeningen van verzekeringen lezen en begrijpen.
  • welke verzekeringen verplicht en welke vrijwillig zijn.




Slide 18 - Slide

Verzekeringen
  • Bekijk het filmpje. 
  • Lees samen blz. 49.
  • Maak opdracht 1 t/m 4 
       (dit mag samen met je buurvrouw/man)

timer
4:00

Slide 19 - Slide

zorgverzekering
  • Lees blz. 50 en 51.
  • Bekijk het filmpje
  • Maak opdracht 5, 6 en 7. 
      (dit mag samen met je buurvrouw/man)


timer
2:00

Slide 20 - Slide

Eigen risico
  • Lees samen blz. 52 Uitleg eigen risico
  • Maak opdracht 8 t/m 11
timer
5:00

Slide 21 - Slide

Doel van de les
  • Herhaling
  • wat is WA
  • Waarom WA
  • wat is no-claim en allrisk  

Slide 22 - Slide

Verzekeringen
Eigen risico

Slide 23 - Slide

Wa verzekering
  • Blz 54
  • Maak opdracht 12 t/m 16 blz 54 t/m 57
timer
10:00

Slide 24 - Slide

Vrijwillige verzekeringen 
blz. 58

Slide 25 - Slide

Welke vrijwillige verzekeringen zijner?

Slide 26 - Open question

vrijwillige verzekering
Eigen besluit. Loop je risico of niet...
  • reisverzekering
  • annuleringverzekering
  • inboedel verzekering
  • aansprakelijkheidsverzekering
  • allriskverzekering = schade aan je eigen voertuig, die je zelf hebt veroorzaakt wordt dan vergoed

Slide 27 - Slide

Zou jij je vrijwillig verzekeren?
A
Ja
B
nee

Slide 28 - Quiz

Maak opdracht 17 en 18
blz 59

Slide 29 - Slide

Reisverzekering
Blz 59

Slide 30 - Slide

Maak opdracht 19 en 20
blz. 60

Slide 31 - Slide

Ik en maatschappij

Geldzaken
Maandag 8 februari

Hoofdstuk 5
Schulden voorkomen

Slide 32 - Slide

schulden  ( voorkomen)
  • geld lenen
  • makkelijk via internet bestellen (zonder betalingsverplichting)
  • meer uitgeven dan dat er inkomsten zijn

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Link

schuld
  • niet op tijd betalen (betalingsherinneringen)
  • incassobureau incl boete
  • deurwaarder
  • beslaglegging (op je spullen)

Slide 35 - Slide

schuldsanering
  • plan om alles terug te betalen
  • drie jaar lang nauwelijks inkomen
  • je salaris gaat eerst naar de schulden

Slide 36 - Slide

hoe voorkom je schulden?
  • Hou goed overzicht op je geldzaken!!!!
  • maak een kasboek (voor beginners)
  • maak een budgetplan (voor gevorderden)

Slide 37 - Slide

Hulp bij schulden
  • ouders/verzorgers of familielid
  • vrienden/vriendinnen
  • mentor/docent 
Instanties
  • Bureau Jeugdzorg
  • CJG (Centrum voor Jeugd en Gezin)
  • een Jongeren Informatie Punt in je gemeente 

Slide 38 - Slide

Wat is een uitkering?
A
geld dat je van je werkgever krijgt
B
geld dat je van de overheid krijgt
C
.geld dat je moet betalen aan de overheid

Slide 39 - Quiz

Welk loon krijg je op je bankrekening gestort?
A
brutoloon
B
nettoloon
C
SV-loon

Slide 40 - Quiz

Jamies brutoloon is € 945,66.
De loonheffing is € 201,46.
Jamies nettoloon is:

A
€ 744,20
B
€ 945,66
C
€ 1.147,12

Slide 41 - Quiz

Sommige dingen moet je elke maand betalen.
De bedragen zijn iedere keer hetzelfde.
Dit zijn:
A
dagelijkse uitgaven
B
incidentele uitgaven
C
vaste lasten

Slide 42 - Quiz

De reparatie aan je horloge is een:
A
dagelijkse uitgave
B
incidentele last
C
vaste last

Slide 43 - Quiz

Een ander woord voor begroting is:

A
budgetplan
B
inkomsten
C
reservering

Slide 44 - Quiz

Je energiekosten zijn € 64,70 per maand.
Hoeveel heb je na een jaar betaald?

A
€ 647,00
B
€ 776,40
C
€ 3.364,40

Slide 45 - Quiz

De hondenbelasting is een:
A
gemeentebelasting
B
waterschapsbelasting
C
werknemersbelasting

Slide 46 - Quiz

Wie betaalt de onroerendezaakbelasting (OZB)?
A
de eigenaar van een huis
B
de huurder van een huis
C
de overheid

Slide 47 - Quiz

Welke verzekering is verplicht?

A
de aanvullende zorgverzekering
B
de basisverzekering
C
een reisverzekering

Slide 48 - Quiz

Bij een zorgverzekering kun je je eigen risico verhogen.
Je betaalt dan:

A
meer premie
B
minder premie
C
evenveel premie

Slide 49 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een schuld?
A
Je hebt geld van je spaarrekening gehaald
B
Je staat € 10,- rood bij de bank.
C
Je broer geeft je € 10,- voor je verjaardag.

Slide 50 - Quiz

Wat is een oorzaak van schulden?
A
alles wordt steeds duurder
B
een kasboekje bijhouden
C
kopen op internet zonder betalingsverplichting

Slide 51 - Quiz

Soms lukt het mensen niet om zelf uit de schulden te komen.
Dan kun je in een traject komen waarin je precies genoeg geld krijgt om je
vaste lasten en boodschappen te betalen.
De rest van je inkomen gaat naar je schuldeisers.
Hoe heet dit traject?

A
incasso
B
kwijtschelding
C
schuldsanering

Slide 52 - Quiz

Ga verder met Strux

laat elk hoofdstuk nakijken

Slide 53 - Slide