Herhaling Krachten en beweging 2

HERHALING Kracht
EN Beweging
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

HERHALING Kracht
EN Beweging

Slide 1 - Slide

Een aantal oefenopgaven
  • Rekenmachine en kladpapier zijn toegestaan;
  • Schrijf bij het rekenwerk altijd Gegen, Gevraagd, Formule, Uitwerking en het Antwoord met een eenheid (GGFUA);
  • Beantwoord 'leg uit vragen' altijd met een minimaal één complete zin.

Slide 2 - Slide

De eenheden (afgekort) die horen bij de grootheid snelheid is:
A
m en s
B
v en s
C
m/s en km/h
D
m en h

Slide 3 - Quiz

Een stroboscopische foto maak je altijd....
A
tegen een lichte achtergrond.
B
tegen een donkere achtergrond.
C
zonder achtergrond.
D
tegen een gekleurde achtergrond.

Slide 4 - Quiz

Wanneer bij een stroboscopische foto tussen 2 flitsen een tijd is van 0,05s. Hoeveel flitsen passen er dan in een opname die 0,25 seconden duurt?
A
4
B
5
C
6
D
dat kun je niet zeggen.

Slide 5 - Quiz

De afstand tussen 2 tennisballen is 20cm. De stroboscooplamp flitst 50 keer per seconde.
Bereken de snelheid van de bal.

Slide 6 - Open question

Marjolein rijdt met haar scooter met constante snelheid van 35km/h. Ze heeft een reactietijd van 0,8 seconden.
Lees de remweg af in de diagram en bereken de totale stopafstand.
Noteer het antwoord volgens GGFUA

Slide 7 - Open question

In de afbeelding zie je een stroboscopische foto van een tennisbal in beweging. Welk type beweging maakt de tennisbal?
A
Een eenparig versnelde beweging.
B
Een eenparige beweging.
C
Een eenparig vertraagde beweging.
D
Geen beweging.

Slide 8 - Quiz

Meneer Pouwel fiets naar school. Voor de deur remt hij af totdat hij stil staat. Welk snelheid-tijd diagram past het beste bij deze omschrijving.
A
Diagram A
B
Diagram B
C
Diagram C
D
Diagram D

Slide 9 - Quiz


In het plaats-tijd diagram zie je de beweging van Morris op zijn motorfiets. Welke beweging heeft hij tussen t=30s en t=35s?
A
Een eenparig versnelde beweging
B
Een eenparige beweging.
C
Een eenparig vertraagde beweging.
D
Morris staat stil.

Slide 10 - Quiz

In het plaats-tijd diagram zie je de beweging van
Morris nog een keer op zijn motorfiets.
Welke snelheid beweging heeft hij tussen
t=35s en t=60s uitgedrukt in km/h
Noteer je antwoord volgens de GGFUA-methode.

Slide 11 - Open question

Maaike traint voor een triatlon. Ze rent met een gemiddelde snelheid van 7,2km/h. Bereken welke afstand in meters zij heeft afgelegd in 4,5 minuut.
Gebruik hiervoor GGFUA-methode

Slide 12 - Open question

Na de laatste les ga je op de fiets weer naar huis. Met een app meet je de afstand en de tijd van jouw fietstocht terug naar huis. In de tabel zie je de resultaten. Teken een s,t-diagram op papier en upload een foto van jouw grafiek.

Slide 13 - Open question

Tijdens de marathon loopt Eva met een constante snelheid van 15km/h. Als Eva op 10km voor de finish is vliegt een vogel van Eva naar de finish met een constante snelheid van 30 km/h. De vogel draait bij de finish om en vliegt terug naar Eva en draait daar weer om. De vogel herhaalt dit tot Eva bij de finish is.
Welke afstand in km heeft de vogel afgelegd.
A
0km
B
10km
C
20km
D
30km

Slide 14 - Quiz