Koppelteken en weglatingsstreepje

koppelteken en weglatingsstreepje
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

koppelteken en weglatingsstreepje

Slide 1 - Slide

Doelen:

Ik weet wanneer ik een weglatingsstreepje moet gebruiken


Ik weet wanneer ik een koppelteken moet gebruiken



Slide 2 - Slide

koppelteken
Samenstellingen schrijf je in principe aan elkaar.
bijvoorbeeld:
voetbal + competitie = voetbalcompetitie
tentamen + stress =  tentamenstress

Slide 3 - Slide

koppelteken
Uitzonderingen
Je gebruikt een koppelteken als er klinkers botsen, die ook samen een klank kunnen vormen.
bijvoorbeeld:
auto + ongeluk = auto-ongeluk 

Slide 4 - Slide

koppelteken
Uitzonderingen
Je gebruikt een koppelteken als er 3 dezelfde medeklinkers naast elkaar staan.
bijvoorbeeld:
business + strategie = business-strategie

Slide 5 - Slide

koppelteken
Uitzonderingen
Je gebruikt een koppelteken bij bijzondere woordcombinaties
bijvoorbeeld:
doe het zelf + zaak = 
doe-het-zelfzaak
( Je schrijft de samenstelling met deze combinatie dan wel vast aan de combinatie)

Slide 6 - Slide

koppelteken
Uitzonderingen
Je gebruikt een koppelteken bij letters, cijfers, andere tekens, afkortingen en St. of Sint
bijvoorbeeld: 
A4-tje

Slide 7 - Slide

koppelteken
Uitzonderingen
Je gebruikt een koppelteken bij aardrijkskundige namen
bijvoorbeeld:
Zuid + Holland = Zuid-Holland

Slide 8 - Slide

koppelteken
Uitzonderingen
Je gebruikt een koppelteken bij de voorvoegsels:
anti-, oer-, on- en pro- alleen als er een hoofdletter na komt.

bijvoorbeeld: oer-Hollands 

Slide 9 - Slide

politie + academie
A
politie academie
B
politieacademie
C
politie-academie

Slide 10 - Quiz

studie + avond
A
studie avond
B
studieavond
C
studie-avond

Slide 11 - Quiz

gala + avond
A
gala avond
B
galaavond
C
gala-avond

Slide 12 - Quiz

domino + effect
A
domino effect
B
dominoeffect
C
domino-effect

Slide 13 - Quiz

rij + examen
A
rij examen
B
rijexamen
C
rij-examen

Slide 14 - Quiz

wel of geen koppelteken
A
minijurk
B
mini-jurk

Slide 15 - Quiz

wel of geen koppelteken
A
dvd collectie
B
dvd-collectie

Slide 16 - Quiz

wel of geen koppelteken
A
cameraopstelling
B
camera-opstelling

Slide 17 - Quiz

wel of geen koppelteken
A
A4 formaat
B
A4-formaat

Slide 18 - Quiz

weglatingsstreepje
Als je een deel van een woord weglaat, mag dat met een weglatingsstreepje.
Let op: 
- als je het eind van het woord weglaat, komt het streepje bij het eerste woord aan het eind, bijv. in- en uitvoer.
- als je het begin van het woord weglaat, komt het streepje aan het begin van het tweede woord, bijv. damesjassen en -jurken.
- laat je een heel woord weg, dan gebruik je geen streepje.

Slide 19 - Slide

Gebruik waar mogelijk een weglatingsstreepje.
invoer en uitvoer

Slide 20 - Open question

Gebruik waar mogelijk een weglatingsstreepje.
woensdagmiddag en donderdagmiddag

Slide 21 - Open question

Gebruik waar mogelijk een weglatingsstreepje.
hoestsiroop en hoesttabletjes

Slide 22 - Open question

Noteer met weglatingsstreepje:
voorjaarsvakantie, meivakantie en zomervakantie

Slide 23 - Open question

Ik snap dit
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll

Wat vind je nog lastig en moet je nog oefenen?

Slide 25 - Open question