film disk omschrijven favoriete film en personen in de klas
Thema 6 film
1 / 38
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolvmbo k, havoLeerjaar 1
This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Thema 6 film
Slide 1 - Slide
filmgenres
Slide 2 - Slide
thriller / horror
Slide 3 - Slide
detective
Slide 4 - Slide
actie
Slide 5 - Slide
historie
Slide 6 - Slide
avonturen
Slide 7 - Slide
comedy / humor
Slide 8 - Slide
animatie
Slide 9 - Slide
fantasie
Slide 10 - Slide
romantisch
Slide 11 - Slide
familie
Slide 12 - Slide
Welk filmgenre is je favoriet?
Slide 13 - Mind map
Leg uit waarom jij jouw film zo leuk vindt
Slide 14 - Open question
Wat is de titel van je favoriete film?
Slide 15 - Mind map
Sleep de filmgenres naar de juiste foto's. Elk filmgenre past slechts bij 1 foto.
fantasie
animatie
humor
romantisch
thriller
Slide 16 - Drag question
Nieuwe woorden leren
https://quizlet.com/_87tr41?x=1jqt&i=1cp98y
Maak een zin in je woordenlijst bij elk woord
Slide 17 - Slide
aandacht vragen
de spullen
Slide 18 - Slide
de ac·teur = actor
[acteurs]
de ac·tri·ce[actrices]
iemand die acteert→
Wie van jullie wil graag acteur of actrice worden?
Slide 19 - Slide
Beroemd zijn
Slide 20 - Slide
Zou jij graag beroemd willen zijn? Ja, want Nee, want
Slide 21 - Open question
beschrijven
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Welke woorden kan je gebruiken om iemand te omschrijven? Denk niet alléén aan het uiterlijk... Heeft hij/zij...... Denk ook aan eigenschappen. Is hij/zij............
Slide 24 - Mind map
Beschrijf iemand in de klas. Noem geen naam. Wij gaan raden.
Slide 25 - Open question
bioscoop
In het weekend kijken we de film in de bioscoop.
Slide 26 - Slide
cirkel
De klok heeft de vorm van een cirkel.
Slide 27 - Slide
eerlijk
Slide 28 - Slide
het eind
[einden]
de plaats waar iets ophoudt of het moment waarop iets ophoudt=het einde→
aan het eind van de straat moet je naar rechts
Slide 29 - Slide
Geweld
Slide 30 - Slide
grappig
=
Смішний
Slide 31 - Slide
intussen
in dezelfde tijd.
Jij gaat naar de winkel. Intussen kook ik.
Ik maak huis. Intussen luister ik naar muziek.
Slide 32 - Slide
kaartje
= квиток
Ik koop een kaartje voor de bioscoop.
In de trein moet je je kaartje laten zien.
Slide 33 - Slide
opdrach:t ga in de klas je klasgenoten het volgende vragen
- Wat is jouw favoriete film
- waar gaat de film over?
- welk filmgenre is de film?
Slide 34 - Slide
Wat heb je geleerd deze les? Schrijf 2 dingen op.
Slide 35 - Open question
Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃
Slide 36 - Poll
Hier graag laten weten wat goed ging en wat beter mag de volgende keer.