Brugklas 14 januari

1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Deze les: 
- Bespreking laatste opdrachten weektaak vorige week 
- spelling blok 4: tussen-n in samenstellingen, uitleg 
- werken aan de weektaak 

Slide 2 - Slide

Weektaak: 
Spelling: herhaling werkwoordspelling opdrachten 23-24  
Spelling: samenstellingen opdrachten 26 en 27 
Spelling: verkleinwoorden opdracht 28 
Woordenschat: opdracht 30, 32 en 33 

Deadline weektaak: maandag 1 februari

Slide 3 - Slide

Uitleg tussen-n in samenstellingen
Wat is een samenstelling? 

Slide 4 - Slide

Uitleg tussen-n in samenstellingen
Wat is een samenstelling? 

Een samenstelling is een woord dat uit (minimaal) twee andere woorden bestaat. Bijvoorbeeld: 
Gala-avond, keukenstoel, briefpapier, etc. 

Slide 5 - Slide

Wanneer een tussen-n? 
Is het pannenkoek of pannekoek? 
Is het beresterk of berensterk?
Is het koninginnensoep of koninginnesoep? 
En waarom? 

Slide 6 - Slide

Tussen-n 
Je krijgt een tussen-n als: 
Het eerste deel van de samenstelling een zelfstandig naamwoord is dat alleen meervoud heeft op -en. 

Schoenendoos, benenwagen, planetenbuurt 

Slide 7 - Slide

Tussen-n 
Dus je krijg geen tussen-n als: 
- Het eerste deel van de samenstelling een werkwoord is 
- Het eerste deel van de samenstelling een bijvoeglijk naamwoord is of bijvoeglijk is gebruikt 
- Het eerste deel van de samenstelling een meervoud heeft dat eindigt op -s of geen meervoud heeft 
- Het eerste deel van de samenstelling verwijst naar iets unieks 

Slide 8 - Slide

Test 

Zonnestraal of zonnenstraal? 
Reuzeleuk of reuzenleuk? 
Bereklauw of berenklauw? 
Rijstebrei of rijstenbrei? 
Spinnenwiel of spinnewiel? 


Slide 9 - Slide

Begin nu aan de weektaak!
Oefeningen tussen-n: 
Opdrachten 26 en 27 p. 183 



Slide 10 - Slide

Tot donderdag ! 

Slide 11 - Slide