Gecijferdheid 1 voorbereiding

Professionele gecijferdheid 1
In de hele module gecijferdheid 1 komen de volgende onderwerpen voorbij:
  • terminologie
  • eigenschapsrekenen
  • getalsystemen
  • kolomsgewijs rekenen en cijferen
  • deelbaarheid
  • gevarieerd rekenen
1 / 15
next
Slide 1: Slide
WiskundeHBOStudiejaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Professionele gecijferdheid 1
In de hele module gecijferdheid 1 komen de volgende onderwerpen voorbij:
  • terminologie
  • eigenschapsrekenen
  • getalsystemen
  • kolomsgewijs rekenen en cijferen
  • deelbaarheid
  • gevarieerd rekenen

Slide 1 - Slide

Hoe het werkt
Elke week staan er een paar onderwerpen centraal, daar ga je mee aan de slag en in de werkles kun je daar ook je vragen over stellen. 
Deze week maken we een begin met handig rekenen en met de terminologie. Doorloop deze LessonUp ter voorbereiding op de les. 

Slide 2 - Slide

Handig rekenen
Doel: sommen als 27 + 98 kun je snel en handig uitrekenen. 

Bekijk de video en maak de vragen die erbij horen. Je kunt in de reader opgaven maken om meer te oefenen. Op Moodle staan bij les 1 nog meer video's over dit onderwerp. 

Slide 3 - Slide

3

Slide 4 - Video

Terminologie
Doel: je kent de terminologie van de basisbewerkingen. 

Bekijk de volgende twee slides en maak vervolgens de sleepvraag.  Leer deze termen uit je hoofd. 

Slide 5 - Slide

01:03
Hoe reken ik 37 + 129 handig uit? Let op dat het antwoord en de manier van opschrijven ook correct is!
A
37 + 129 = 37 + 130 + 1 = 168
B
37 + 129 = 37 + 130 -1 = 166
C
37 + 129 = 37 + 130 = 167 - 1 = 166
D
37 + 129 = 37 + 130 = 167 + 1 = 168

Slide 6 - Quiz

01:37
Reken handig uit, schrijf je hele berekening correct op.
36 - 19 = ?

Slide 7 - Open question

02:13
Waar zijn de termen op de juiste manier aangepast, zodat de uitkomst hetzelfde blijft als bij 47 + 88 = ?
A
45 + 90 = ?
B
50 + 91 = ?
C
49 + 90 = ?
D
35 + 100 = ?

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

termen
factoren
product
quotiënt
opteltal
aftrektal
vermenigvuldiger
deler
som
opteller
afteller
verschil
vermenigvuldigtal
deeltal

Slide 11 - Drag question

Afronden
Doel: je kunt op de juiste manier afronden. 

Bekijk in de reader 1.1 en 1.3 en maak vervolgens de twee vragen.  

Slide 12 - Slide

Rond 7,2494 af op tienden
A
7
B
7,25
C
7,3
D
7,2

Slide 13 - Quiz

Rond 2399,4857 af op honderden
A
2399,49
B
2400
C
2399,50
D
2300

Slide 14 - Quiz

Goed gedaan! 
Je hebt de eerste voorbereiding doorlopen. Je kunt nu de onderdelen die je lastig vindt verder oefenen met behulp van de reader, de extra LessonUp en de filmpjes. 
Neem al je vragen mee naar de werkles! 
Als je denkt dat je de stof beheerst kun je de quiz op Moodle maken. 

Slide 15 - Slide