Basisstof 6 Veilig vrijen

6. Veilig vrijen
1 / 48
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 2

This lesson contains 48 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

6. Veilig vrijen

Slide 1 - Slide

Planning
theorie 
controle vragen
aantekening
huiswerk

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
2.6.1 Je kunt de werking van enkele voorbehoedsmiddelen beschrijven en aangeven of ze betrouwbaar zijn of niet. 

2.6.2 Je kunt ziekteverschijnselen en genezingsmogelijkheden noemen van seksueel overdraagbare aandoeningen. 

Slide 3 - Slide

Geboorteregeling
Man en vrouw beslissen samen of ze een kind willen of niet. 

Geen kinderwens: voorbehoedsmiddelen of anticonceptie

Slide 4 - Slide

Verantwoording
Als je met elkaar vrijt, draag je samen de verantwoording voor de gevolgen.
Veilig vrijen is belangrijk.
  Beschermt tegen ziekten die met seksualiteit te maken hebben.
   Daarnaast wil je een ongewenste zwangerschap voorkomen.

Gebruik om veilig te vrijen een voorbehoedsmiddel. 
De bekendste zijn het condoom en de pil.

Slide 5 - Slide

Onbetrouwbare manieren van geboorteregeling
Periodieke onthouding:
* Geen seks tijdens de vruchtbare periode.
* Omdat deze periode lastig is vast te stellen, is deze manier zeer onbetrouwbaar. 

Coïtus interruptus:
(voor het zingen de kerk uit) 
  • De man trekt de penis uit de vagina terug als hij zijn orgasme voelt aankomen. De zaadlozing vindt buiten de vagina plaats. Er kan al wat voorvocht in de vagina gekomen zijn. In dat voorvocht zitten vaak zaadcellen.
  • Ook deze manier is zeer onbetrouwbaar.

Slide 6 - Slide

Voorbehoedsmiddelen
Betrouwbare voorbehoedsmiddelen:


Slide 7 - Slide

Condoom 

- Beschermt tegen zwangerschap en tegen seksueel overdraagbare ziekten. 
- mannen en vrouwencondoom 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

De pil
anticonceptiepil
Pilletje met hormonen, slikt een vrouw dagelijks voor 3 weken.
1 week onderbreking, menstruatie. 

Pil vergeten/ziek geweest? > Niet beschermt tegen zwangerschap tot de volgende menstruatie. 

De pil, beschermt niet tegen SOA's 

Slide 10 - Slide

Morning-after pil






De morning-afterpil bevat veel hormonen en mag alleen in noodgevallen worden gebruikt: 

- Binnen 3 dagen na de onbetrouwbare seks innemen.
- Werkt het beste als deze binnen 12 uur wordt ingenomen
- Is zonder recept te koopbij de drogist en apotheek. - 
- Voorkomt innesteling als er bevruchting heeft 
  plaatsgevonden. 
  Hierdoor voorkomt het een zwangerschap.
Er is iets misgegaan. 
-  condoom gescheurd of het is misgegaan bij het verwijderen of i.d. 
-  een pil vergeten en toch seks gehad
- een meisje is verkracht

Slide 11 - Slide

Spiraaltje

Slide 12 - Slide

Koperspiraal en hormoonspiraal

Slide 13 - Slide

Pessarium (met zaaddodende pasta)

Slide 14 - Slide

Sterilisatie
  • Sterilisatie vrouw
  • Sterilisatie man

Slide 15 - Slide

Nog andere manieren
- Hormoonpleister: pleister op huid voor 3 weken. 
- Hormoonstaafje: arts plaats staafje vaak in bovenarm. Kan 3 jaar blijven zitten.
- Prikpil: elke 3 maanden een prik met hormonen
- Nuvaring: 3 weken in de vagina,
om baarmoedermond heen

Slide 16 - Slide

Seksueel Overdraagbare Aandoeningen

Slide 17 - Slide

SOA
SOA is een afkorting van Seksueel Overdraagbare Aandoeningen. Er zijn verschillende SOA's. 
Je kunt een SOA krijgen door seks met een besmette persoon. 

Een bekende SOA is AIDS.

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Chlamydia
  • Meest voorkomend in Nederland
  • Bacteriele infectie
  • Deze bacterie besmet de slijmvliezen van de plasbuis, de anus, de keel of de baarmoedermond. 
  • Chlamydia zorgt daar voor ontstekingen. 

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Gonorroe
  • Bacterie
  • Slijmvliezen van de vagina, penis, anus, keel of ogen kan worden besmet. 
  • 'Druiper' (afscheiding plasbuis) 
  • kan leiden tot onvruchtbaarheid
  • Antibiotica

Slide 22 - Slide

Genitale wratten
  • Virus (HPV). 
  • Rond en in geslachtsdelen en anus
  • ruimt lichaam vaak zelf op.
  • Jaren later kan HPV baarmoederhalskanker, anuskanker of keelkanker veroorzaken
  • inenten tot 18 jaar verkleint die kans

Slide 23 - Slide

Hepatitus B
- Virus
- Kan onsteking aan de lever veroorzaken
- komt voor in bloed, sperma, voorvocht en vaginaal vocht.
- Sommige mensen krijgen chronische variant. 
- Kunnen leverkanker krijgen

Slide 24 - Slide

Herpes genitalis 
  • Herpes is een virus. Het herpes-virus dringt je lichaam binnen via de huid en het slijmvlies van je mond, je penis of vagina of de anus. 
  • Herpes zorgt voor ontstekingen.
  •  Blaasjes die pijn doen rond, op of in de penis, de vagina of de anus.
  • Virus voor altijd in je lichaam

Slide 25 - Slide

Syfilis
veroorzaakt door een bacterie
Zweertjes of vlekjes op geslachtsdeel, mond of anus
Antibiotica
zonder behandeling kan het leiden tot de dood

Slide 26 - Slide

HIV
HIV => is een virus (dat aids veroorzaakt)
Symptonen
Eén tot zes weken na het oplopen van hiv kan je klachten krijgen die lijken op gewone griep. Deze kunnen één tot zes weken aanhouden.
Heb je HIV zonder klachten > seropositief
Hoe krijg je HIV?
Onveilig geslachtsgemeenschap te hebben, maar ook contact met bloed
Behandeling
Hiv blijft altijd in je lichaam. Je onderdrukt het met hiv-remmers. 



Slide 27 - Slide

Aids
  • Door het HIV virus. Als je ziek wordt/klachten krijgt heb je aids
  • Afweersysteem aangetast
  • Daardoor sneller ziek van een griep, in ergste geval overlijd je daardoor

Slide 28 - Slide

Met de pil ben je beschermd tegen zwangerschap en SOAs
A
Waar
B
Onwaar

Slide 29 - Quiz

Welke van de volgende SOAs kan niet worden verholpen met antibiotica?
A
Chlamydia
B
Gonorroe
C
Herpes genitalis
D
Syfilis

Slide 30 - Quiz

Dit is geen veilige manier van het voorkomen van SOAs
A
Alleen pijpen
B
Het gebruiken van een condoom
C
Het slikken van de pil
D
Allemaal niet

Slide 31 - Quiz

Chlamydia is een SOA. Deze SOA komt ..... voor in Nederland
A
Veel
B
Weinig
C
Niet

Slide 32 - Quiz


Welk type voorbehoedsmiddel is hier weergegeven?
A
hormoonspiraaltje
B
sterilisatie
C
vrouwencondoom
D

Slide 33 - Quiz


Geschikt om een soa te voorkomen
A
de pil
B
het condoom
C
het spiraaltje
D
de morning-after pil

Slide 34 - Quiz

Aantekening
seksueel overdraagbare aandoeningen (soa’s): Ziekten die je kunt krijgen door contact met penis, vagina, anus en mond van een besmet persoon.
sterilisatie: Blijvende ingreep waarbij de zaadleiders (bij de man) of eileiders (bij de vrouw) worden onderbroken.
voorbehoedsmiddelen: Middelen die zwangerschap voorkomen; een condoom beschermt ook tegen soa’s.
chlamydia: Meest voorkomende soa met weinig klachten

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Video

Huiswerk 
Lees in je boek basisstof 6 (blz 113 t/m 119)
Maak digitaal opdracht 1, 2, 5 en 6
Maak in je boek opd 4

Slide 37 - Slide


Welk type voorbehoedsmiddel is hier weergegeven?
A
hormoonspiraaltje
B
sterilisatie
C
vrouwencondoom
D

Slide 38 - Quiz


Een vrouw kan tot de 24ste week van de zwangerschap een abortus ondergaan.
A
juist
B
onjuist
C
nee, alleen de morning-afterpil is dan nog te gebruiken
D
nee, alleen het spiraaltje is dan nog te gebruiken

Slide 39 - Quiz


Geschikt om een soa te voorkomen
A
de pil
B
het condoom
C
het spiraaltje
D
de morning-after pil

Slide 40 - Quiz


Als je 1 pil vergeet en je slikt gewoon verder, kun je niet zwanger raken
A
ja
B
nee
C
ja maar je moet dan wel die vergeten pil extra nemen

Slide 41 - Quiz


De morning-afterpil is een geschikt voorbehoedsmiddel
A
ja
B
nee
C
ja, maar neem die pillen wel elke dag in
D
ja, maar neem de pil wel binnen 48 uur in

Slide 42 - Quiz


Een condoom beschermt optimaal tegen zwangerschap
A
als je deze goed aanbrengt
B
als je deze goed verwijdert
C
als je deze gebruikt en daarnaast een zaaddodende pasta
D
A, B, en C

Slide 43 - Quiz

Betrouwbare geboorteregeling:
1: Periodieke onthouding
2: coïtus interruptus
A
beide waar
B
beide nietwaar
C
1: waar 2: nietwaar
D
1: nietwaar 2: waar

Slide 44 - Quiz

Morningafterpil

Slide 45 - Open question

coïtus interruptus, wat is dat?

Slide 46 - Open question

Hoe voorkomt de pil een zwangerschap?

Slide 47 - Open question

Waarom gebruiken mensen een voorbehoedsmiddel?

Slide 48 - Open question