Armoede en Rijkdom 2

waar zorgt een incassobureau voor

A
zorgt voor het innen van het bedrag voor bedrijven
B
zorgt dat alle administratie op orde is voor het bedrijf
C
zorgt ervoor dat het bedrijf andere bedrijven nog gaat betalen
1 / 16
next
Slide 1: Quiz
SchuldhulpverleningMBOStudiejaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

waar zorgt een incassobureau voor

A
zorgt voor het innen van het bedrag voor bedrijven
B
zorgt dat alle administratie op orde is voor het bedrijf
C
zorgt ervoor dat het bedrijf andere bedrijven nog gaat betalen

Slide 1 - Quiz

Een incassobureau mag spullen in beslag nemen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 2 - Quiz

Conservatoir beslag leg je vóór (afloop van) een rechtszaak om geld of goederen veilig te stellen. Heb je daar toestemming van een voorzieningenrechter voor nodig?
A
ja
B
nee

Slide 3 - Quiz

5. Wat is waar?

Let op: er kunnen meer antwoorden goed zijn.
A
Je toetsingsinkomen is gelijk aan je inkomen van vorig jaar
B
Voor de hoogte van je toetsingsinkomen kijk je eerst naar je jaaropgave
C
De hoogte van je toetsingsinkomen wordt geschat
D
Je toetsingsinkomen wordt mede bepaald aan de hand van het inkomen van je partner

Slide 4 - Quiz

Maandelijkse betalingen voor nutvoorzieningen, zoals gas, water en licht zijn voorbeelden van?
A
Huishoudelijke schulden
B
kortlopende schulden
C
langlopende schulden

Slide 5 - Quiz

Phillipe en Elouise wonen 4 jaar samen. Ze huren een eengezinswoning voor 1.500,00 EUR per maand. Elouise studeert nog en Phillipe is 4 maanden geleden afgestudeerd maar kan geen baan vinden. Ze hebben allebei een bijbaantje en is het lastig om elke maand financieel rond te komen. Ze hebben een elektra achterstand van 5 maanden  en de koelkast moet vervangen worden.  
Wat voor schuld is de elektra achterstand?
 


A
kortlopende schuld
B
huishoudelijke schuld
C
langlopende schuld

Slide 6 - Quiz

Wat is het verschil tussen budgetbegeleiding en budgetbeheer?

Slide 7 - Open question

Wat is een consumptiemaatschappij?
A
Een samenleving waarin mensen zuinig moeten zijn.
B
Een samenleving waarin mensen luxegoederen kunnen kopen.
C
Een samenleving waarin mensen hard moeten werken.
D
Een samenleving waarin iedereen een uitkering krijgt.

Slide 8 - Quiz

Bonusvraag:
Je werkt vier avonden per week. Je verdient er goed mee. Het is genoeg om van te leven.
Maar je hebt een erg dure smaak kleding. En je koopt steeds de nieuwste telefoon. Je bouwt
langzaam schulden op.
Dit soort schulden heten…
A
Aanpassingsschulden
B
Compensatieschulden
C
Overbestedings-schulden
D
Overlevingsschulden

Slide 9 - Quiz

Ilona heeft een baantje waar zij 1500 mee verdiend. Ilona ligt in scheiding en heeft daardoor veel stress. Zij voelt zich niet prettig en geeft steeds meer geld uit om zich beter te voelen.
Van welk soort schuld is hier sprake?
A
Aanpassingsschuld
B
overlevingsschuld
C
overbestedingsschuld
D
compensatieschuld

Slide 10 - Quiz


Slide 11 - Open question

Wat betekent het BKR?
A
Bureau kredietregistratie (daar houden ze bij of je geld leent en of je ook alles terugbetaalt).
B
Bijzonder Kredietregistratie (daar houden ze bij of je geld leent en of je ook alles terugbetaalt).

Slide 12 - Quiz

Preferente schulden zijn schulden aan; (meerdere antwoorden mogelijk)
A
Hypotheek
B
Belastingdienst
C
Krediet
D
CJIB

Slide 13 - Quiz

Hoe noem je de overige schuldeisers (dus die niet preferent zijn)

Slide 14 - Open question

Wat is het verschil tussen zaakwaarneming en handelingsonbekwaam?

Slide 15 - Open question

CURATELE
ONDERBEWIND
STELLING
MENTOR
SCHAP
volledig handelings
onbekwaam
gaat over het vermogen
niet-zakelijke belangen
verzorging en verpleging

Slide 16 - Drag question