Panden die niet als woning zijn bedoeld (zoals kelderwoningen).
Dichtbijfabrieken met hun rokende schoorstenen.
Slechte hygiëne, riolering en watervoorzieining.
Slide 6 - Slide
Sociale Kwestie
De slechte woon- en werkomstandigheden van de arbeiders zijn duidelijk zichtbaar. Het zoeken naar een oplossing hiervoor heet: de Sociale kwestie.
Arbeiders gaan zich organiseren in vakbonden. Hierdoor komen er ook meer stakingen voor.
De 'rijken' krijgen ook last van de problemen van de arbeiders: ongelukken en stakingen in de fabrieken, en zeer besmettelijke ziekten.
Slide 7 - Slide
Revolutiejaar
1848
De ‘erfgenamen van de Franse Revolutie’, de Liberalen, komen tot de conclusie: "Alles is weer hetzelfde als vóór de Franse Revolutie!"
Overal zitten er weer koningen op de Europese tronen en ondanks 'een grondwet' is er maar weinig democratie.
Slide 8 - Slide
Paniek bij de vorsten
in heel Europa!
Ook in Den Haag... ...koning Willem II wordt 'in één nacht' liberaal
Slide 9 - Slide
Gevolgen (1)
De leider van de Nederlandse Liberalen: Johan Rudolf Thorbecke maakt een nieuwe grondwet:
Koning is onschendbaar
Ministeriële verantwoordelijkheid
Dit betekent: de ministers zijn verantwoordelijk voor de daden van de regering (ook: voor de daden van de koning)
Slide 10 - Slide
Gevolgen (2)
Parlementaire democratie(=parlement heeft het laatste woord)
Constitutionele monarchie(=koning moet zich aan de grondwet houden)
Verandering van het parlementaire stelsel ("Hoe wordt het parlement gekozen?", "Wie heeft welke macht?")
Slide 11 - Slide
Nieuwe Grondwet
1848
Slide 12 - Slide
0
Slide 13 - Video
Hoe zag het bestuur
van Nederland er
vanaf 1848* uit?
*de meeste onderdelen zijn vandaag nog steeds geldig
Slide 14 - Slide
Monarchie
De koning bepaalt.
Parlementaire democratie
Het parlement bepaalt.
Slide 15 - Slide
Liberalen
Nachtwakersstaat: overheid zorgt alleen voor orde en veiligheid
Economie helemaal vrij laten
Sociale wetten kosten teveel geld
Rechts in de politiek
Slide 16 - Slide
Confessionelen
Confessie=geloof (Protestant/Rooms-katholiek).
Ongelijkheid omdat God het zo wil.
Goede christenen helpen elkaar.
Werkgevers en werknemers moeten er samen uitkomen.
Slide 17 - Slide
Herman Schaepman (Katholieken)
Abraham Kuyper (Protestanten) (ARP, Kleine Luyden, Schoolstrijd)
Slide 18 - Slide
Schoolstrijd
Alleen openbare scholen krijgen subsidie (geld) van de overheid
Bijzondere (=godsdienstig) scholen krijgen géén geld van de overheid
Schoolstrijd: confessionelen (protestanten en katholieken) willen gelijke behandeling (emancipatie)
Belangrijkste politieke vraagstukken: schoolstrijd en algemeen kiesrecht
1917 Pacificatie
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Socialisten
Overheid moet er alles aan doen om arbeiders te beschermen
Betere arbeidersomstandigheden (o.a. meer loon)
Om dit te bereiken: strijd voor algemeen kiesrecht (ook met stakingen en demonstraties)
Links in de politiek
Slide 21 - Slide
Pieter-Jelles Troelstra
SDAP
Pieter Jelles Troelstra
komt op voor de arbeiders
Algemeen Kiesrecht --> sociale wetten
Vergissing van Troelstra 1918
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Langzaam verandert iets...
Angst voor stakingen en rellen
Angst voor revolutie
Eerste sociale wetten vanaf 1900
Algemeen kiesrecht vanaf 1917
Hoewel de dreiging van een échte revolutie in Nederland uitbleef, zat de schrik er bij regeringen van andere landen goed in na de Russische Revolutie van 1917.
Slide 24 - Slide
Feminisme
Vrouwen die opkomen voor de (gelijke) rechten van de vrouw
Zoals kiesrecht en het worden toegelaten op universiteiten
Slide 25 - Slide
Vereeniging voor
Vrouwenkiesrecht (VVVK)
Wilhelmina Drucker Aletta Jacobs
Slide 26 - Slide
Tegenstanders
'Onfatsoenlijk'
'De rol van de vrouw is binnenshuis'
'De vrouw is een moeder'
'Politiek is geen plek voor vrouwen'
Slide 27 - Slide
Video
Vroeger en zo: Aletta strijdt voor vrouwen
Slide 28 - Slide
Slide 29 - Video
Langzaam verbetering
Eerste sociale wetten vanaf 1874: Kinderwetje van Van Houten
Leerplichtwet (1900), Woningwet (1901)
1917: Algemeen Kiesrecht voor mannen
1919: Algemeen kiesrecht voor vrouwen
Slide 30 - Slide
Analyseer de spotprent volgens het stappenplan. Je legt dus uit wat de boodschap van de maker is.
Slide 31 - Open question
Analyseer de spotprent volgens het stappenplan. Je legt dus uit wat de boodschap van de maker is.
Slide 32 - Open question
Analyseer de spotprent volgens het stappenplan. Je legt dus uit wat de boodschap van de maker is.
Slide 33 - Open question
Leerdoelen
Aan het eind van deze les...
ken je de begrippen grondwet, liberalen, socialisten, confessionelen, eerste feministische golf, schoolstrijd, sociale wetgeving en algemeen kiesrecht.
kun je herkennen en uitleggen hoe de drie politieke stromingen de sociale kwestie wilden oplossen.
kun je herkennen en uitleggen hoe de industriële revolutie Nederland veranderde.
Kun je herkennen en uitleggen wat er met de eerste feministische golf is bereikt.
Slide 34 - Slide
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd
Slide 35 - Open question
Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen