This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Les 3
Internet
en
mediawijsheid
Keuzedeel K0022 / DV basis
Slide 1 - Slide
Keuzedeel K0022:
- Werkboek is vereist om keuzedeel te mogen volgen;
- Werkende laptop met windows 10 is vereist;
- Neem elke les jouw werkboek en laptop mee.
Slide 2 - Slide
In dit hoofdstuk leer je:
- Over verbindingen met het internet;
- Over het gebruik van internetbronnen;
- Informatie zoeken;
- Informatie filteren en beoordelen;
- Over sociale netwerken;
- Over het publiceren via internet.
Slide 3 - Slide
Verbinding met het internet
Het internet is een wereldwijd netwerk van computers.
Elke dag maken miljoenen mensen overal ter wereld gebruik van het internet. Dit doen ze bijvoorbeeld met hun laptop of hun smartphone. Een Netflixserie kijken of appen met een bekende. Het kan allemaal door het internet.
Slide 4 - Slide
Verbinding met het internet
Er zijn 3 manieren om verbinding te maken met het internet:
- Vaste verbinding (bekabeld).
- WiFi-verbinding. Je maakt draadloos verbinding met een router (basisstation). De router is via een vaste verbinding verbonden met het internet.
- Mobiele verbinding (4G of 5G).
Slide 5 - Slide
Een vaste verbinding is vaak de snelste verbinding.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 6 - Quiz
Gebruik van internetbronnen
Op het internet kun je informatie vinden. Niet alle informatie op het internet is betrouwbaar.
Wees kritisch op de informatie die je vindt. Naast het zoeken en vinden van informatie, is het belangrijk dat je de informatie beoordeelt en juist verwerkt.
Dit noemen we informatievaardigheden.
Slide 7 - Slide
Gebruik van internetbronnen
Als je informatie zoekt op het internet, dan gebruik je een zoekmachine. De bekendste en meest gebruikte zoekmachine is Google.
Als je een zoekmachine gebruikt, doe dit dan met de volgende 3 stappen:
Slide 8 - Slide
Je wilt weten wanneer de schoolvakanties zijn bij Rijn IJssel in het schooljaar 2024-2025. Hoe zoek jij dit op met behulp van Google?
Slide 9 - Mind map
Informatie zoeken
Bij het zoeken naar informatie geldt de volgende regel:
Hoe duidelijker jouw zoekwoorden zijn, hoe beter het zoekresultaat.
Antwoord op de vorige slide: type in Google >
Rijn IJssel+schoolvakanties+20242025
Slide 10 - Slide
Informatie filteren en beoordelen
Als je op google naar iets hebt gezocht en de webpagina met zoekresultaten verschijnt, dan ga je de informatie filteren.
Dit betekent dat je gaat kijken welke informatie bruikbaar is voor jou. Zodra je weet wat bruikbaar is, ga je de informatie beoordelen.
Slide 11 - Slide
Informatie filteren en beoordelen
Het beoordelen doe je als volgt:
Slide 12 - Slide
Heb je ooit getwijfeld over de betrouwbaarheid van informatie die je op internet hebt gevonden?
Slide 13 - Mind map
Sociale netwerken
Wanneer je verbinding zoekt met anderen, doe je dit op het internet vaak via sociale netwerken.
Deze netwerken vind je op sociale media.
Sociale media is een verzamelnaam voor alle platformen
waar gebruikers met elkaar in contact treden.
Slide 14 - Slide
Geef 1 of meerdere voorbeelden van sociale media.
Slide 15 - Mind map
Sociale netwerken
Er zijn veel verschillende soorten sociale media:
Voorbeelden zijn Facebook, Tik Tok, Instagram, Snapchat en YouTube.
Slide 16 - Slide
Noem een voordeel en een nadeel van het gebruik van Social Media.
Slide 17 - Mind map
Publiceren via internet
Publiceren betekent dat je informatie op het internet deelt met anderen.
Bijvoorbeeld het delen van een foto op Instagram, het delen van een video op YouTube of het maken van een advertentie op Marktplaats.
Slide 18 - Slide
Publiceren via internet
Je kunt niet zomaar alle informatie delen. Je moet rekening houden met auteursrechten en privacy.
Het auteursrecht wil zeggen dat je toestemming nodig hebt om teksten of afbeeldingen van iemand anders te delen. Denk aan een boek. Dat mag je niet kopiëren en delen.
Slide 19 - Slide
Publiceren via internet
Als je berichten maakt op sociale media, dan moet je er rekening mee houden dat dit lang blijft bestaan. Je moet goed opletten wat je deelt. Op die manier houd je rekening met je privacy.
Dit geldt bijvoorbeeld ook voor het delen van foto's met andere mensen. Ook hun privacy moet je respecteren.
Slide 20 - Slide
Controle voor jezelf
Je weet nu ...
- Over verbindingen met het internet;
- Over het gebruik van internetbronnen;
- Hoe je informatie zoekt;
- Hoe je informatie filtert en beoordeelt
- Over sociale netwerken;
- Over het publiceren via internet.
Slide 21 - Slide
Zelfstandig werken
Maak in je werkboek de opdrachten van hoofdstuk 3.