5.4 de nieren 5havo

5.4   De nieren
1 / 18
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 18 slides, with interactive quiz, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

5.4   De nieren

Slide 1 - Slide

De leerdoelen

Je kunt de bouw, werking en functies van de nieren en de urinewegen beschrijven.

Je kunt uitleggen hoe het interne milieu min of meer constant wordt gehouden door de nieren. 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Slide

Bouw van de nier
  • Nierschors, niermerg, nierbekken 
  • nierslagader en nierader
  • urineleider
  • 1 miljoen niereenheden (nefronen)

Bijnier = hormoonklier die bovenop elke nier ligt.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Nierschors
Niermerg
Nierbekken
Nierader
Nierslagader

Slide 7 - Drag question

Niereenheid = nefron

Slide 8 - Slide

Kapsel van Bowman + glomerulus = lichaampje van Malpighi

Slide 9 - Slide

Vorming van urine

Ultrafiltratie: Door bloeddruk wordt deel van het bloed uit glomerulus in de holte van het kapsel van Bowman geperst: (alleen kleine moleculen kunnen mee)


Voorurine: Vocht in kapsel van Bowman: .

Voorurine bevat:

water/glucose/aminozuren/opgeloste zouten/ureum


Slide 10 - Slide

van voorurine naar urine
Met name in lis van Henle vindt terugresorptie plaats.
(water en nuttige stoffen)
In dalende deel vooral water (osmo waarde stijgt).
In stijgende deel vooral zouten (osmo waarde daalt)

Slide 11 - Slide

Terugresorptie
Terugresorptie vindt vooral plaats door actief transport

Vergelijk BINAS 85C

Slide 12 - Slide

Vorming urine

In een niereenheid (nefron) wordt urine gevormd.


De ultrafiltratie in lichaampjes van Malpighi --> vorming van voorurine


Terugresorptie heropname bruikbare stoffen in het bloed: lis van Henle, verzamelbuis, tubulus




Slide 13 - Slide

Doorbloeding nieren

Per minuut stroomt er ruim 1 liter bloed door de nieren.

Hart -> aorta -> nierslagader -> kleinere nierslagadertjes -> Glomerulus -> haarvaten rond nierbuisjes  -> kleinere nieradertjes ->  nierader  ->

--> onderste holle --> Hart




Slide 14 - Slide

Urine

Elke dag produceer je  ±180 liter voorurine

Na terugresorptie blijft er maar 1% voorurine over: 1,5 - 2L urine.


Ong. 178L water, 1,5kg keukenzout en 270gr glucose teruggeresorbeerd. 

Slide 15 - Slide

Antidiuretisch hormoon (ADH)
Opgeslagen in de hypofyse
osmotische waarde is bepalend voor de terugresorptie.
Hoge osmotische waarde zorgt voor weinig terugresorptie

Onder invloed van ADH neemt de doorlaatbaarheid van de celmembranen toe. 
Weinig water -> veel ADH geproduceerd

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

5.4     De nieren
Opdrachten

Slide 18 - Slide