Dag 1

Woorden
Thema 12:  Vriendschap - DAG 1
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NT2ISK

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Woorden
Thema 12:  Vriendschap - DAG 1

Slide 1 - Slide

De woorden van vandaag:
aardig(e)
het advies
allebei
alleen
de basisschool
bezig
het bezoek

Slide 2 - Slide

aardig(e) (bnw)
  • vriendelijk
  • leuk
  • wel aardig = een beetje leuk

  • zin: Onze buren zijn aardig.
  • zin: Hoe vind je die jas?
    Oh, wel aardig
1

Slide 3 - Slide

het advies (znw)
  • vertellen hoe je iets het beste kunt doen
  • om advies vragen = om hulp vragen
  • het advies - de adviezen 

  • zin: Ik begrijp niet wat ik moet doen. Ik vraag de docent om advies
2

Slide 4 - Slide

allebei
  • alletwee

  • zin: Ze heeft twee kinderen. Het zijn allebei meisjes. 
3

Slide 5 - Slide

alleen
  • 1 persoon of 1 ding
  • alleen <--> samen

  • zin: Ik ben alleen thuis. 
  • zin: Nee, ik wil geen melk in de koffie, alleen suiker.
4

Slide 6 - Slide

de basisschool (znw)
  • school voor kinderen van 4 tot en met 12 jaar
  • juf en meester
  • de basisscholen

  • zin: Mijn zoon is zes jaar. Hij gaat naar de basisschool
5

Slide 7 - Slide

bezig
  • iets aan het doen zijn

  • zin: Sorry, ik heb geen tijd. Ik ben met mijn huiswerk bezig
6

Slide 8 - Slide

het bezoek (znw)
  • visite 
  • mensen die in jouw huis komen

  • zin: We krijgen zondag veel bezoek voor mijn verjaardag. 
7

Slide 9 - Slide

timer
1:00
1
Wat is aardig?

Slide 10 - Mind map

2
timer
1:30
Geef een goed advies aan een klasgenoot.

Slide 11 - Mind map

Wij gaan ..................... naar school.
3
A
aardig
B
allebei
C
bezoek
D
basisschool

Slide 12 - Quiz

Goed of fout?
A - Hij loop alleen door de straat.
B - Jij loop alleen door de straat.
4
A
A - fout B - goed
B
A - fout B - fout
C
A - goed B - goed
D
A - goed B - fout

Slide 13 - Quiz

Ik heb hoofdpijn. Ik wil graag even
............. zijn.

4
A
allebei
B
aardig
C
aleen
D
alleen

Slide 14 - Quiz

In Nederland gaan kinderen tussen
4 jaar en 12 jaar naar de .................
5
A
basisschool
B
bassisschool
C
basischool
D
basisschol

Slide 15 - Quiz

Mijn docent is ............. met het nakijken van de toetsen.
6

Slide 16 - Open question

Wat hoort erbij elkaar?
7
bezoek

Slide 17 - Drag question

Bij wie ga jij graag
op bezoek?
7
timer
1:30

Slide 18 - Open question