Training Mens en activiteit

• Zorg en Welzijn
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Mens en activiteit.

Training.

Doelen:

De leerling oefent met de leerstof.

wat is het verschil tussen een verpleeghuis en een verzorgingshuis?

1. bij een verpleeghuis wonen met een intensieve zorgvraag
2. in het verzorgingshuis is de zorg intensiever

Wat is een jongerencentrum?

1. Een instelling voor jongeren
2. Hulp voor jongeren tot 18 jaar
3. Verzorging en opvoeding voor een kind
4. Jongeren die een strafbaar feit hebben gepleegd

Wat is kinderopvang?

1. Een verzamelterm voor alle activiteiten die je met kinderen doet
2. Een verzamelterm voor alle kinderen die op school zitten
3. Een verzamelterm voor verschillende mogelijkheden om kinderen op te vangen als de kinderen niet naar school gaan of hun ouders niet thuis zijn
4. Een verzamelterm voor alle kinderen die bij de opvang zitten

Wat is de doelgroep van een buurthuis?

1. Kinderen uit de buurt.
2. Bewoners uit de buurt.
3. Ouderen uit de buurt.
4. Jongeren uit de buurt

Wat is een brede school?

1. Een basisschool waar de kinderen zelf moeten weten welke les ze willen volgen
2. Een bassischool die maar één verdieping heeft en daardoor heel breed is
3. Een basisschool waarbij meerdere klassen samen in het lokaal zitten zoals groep 1/2, groep 3/4, enz.
4. Een basisschool die samenwerkt met verschillende organisaties (kinderopvang, peuterspeelzaal, sport, cultuur, enz.)

Waar gaan kinderen naartoe die speciale zorg nodig hebben

1. Crisisopvang
2. Centrum dagbesteding
3. medisch kinderdagverblijf
4. zorgboerderij

Wat voor mensen wonen in een verpleeghuis?

1. Mensen die geopereerd moeten worden
2. Mensen die niet graag alleen wonen
3. Mensen die niet meer zelfstandig kunnen wonen
4. Mensen die verpleegd worden na een operatie

voorbeeld van een lichamelijke beperking

1. blind
2. autisme
3. borderline

Wat is een cognitief kenmerk van een schoolkind

1. Prestatiegericht
2. Zeer fantasierijk
3. Faalangstig
4. Inlevingsvermogen

Wat is kenmerkend voor kleuters?

1. iets samen delen
2. rollenspel
3. kunnen meeleven met een ander
4. veel vragen stellen

een peuter is...

1. 0 - 1 jaar oud
2. 2 - 4 jaar oud
3. 4 - 6 jaar oud

Een puber (tiener) heeft de leeftijd van.....

1. 12-16 jaar
2. 10-13 jaar
3. 12-21 jaar
4. 13-15 jaar

Een kleuter is ...

1. 0 - 3 jaar oud
2. 4 - 6 jaar oud
3. 2 - 4 jaar oud

hoe ouder het schoolkind wordt hoe belangrijker wordt

1. het gezin
2. vriendjes en vriendinnetjes
3. juf/meester

Een baby wordt geboren met verschillende reflexen

1. een zuigreflex
2. een grijpreflex
3. een zuig en een grijpreflex
4. een zuig, pak,- en grijpreflex

wat zijn kenmerken van ouderen?

1. achteruitgang van zintuigen
2. super lenig zijn
3. veel slapen, veel eten
4. eenzaamheid

Juist of onjuist.
De leeftijd van ouderen is 60 jaar en ouder

1. Waar
2. Niet waar

Een schoolkind heeft de leeftijd van …..

1. 4-6 jaar
2. 6-8 jaar
3. 8-12 jaar
4. 6-12 jaar

Een jong-volwassene is in de leeftijd van

1. 17-21 jaar
2. 15-18 jaar
3. 18-24 jaar
4. 18-35 jaar

Wat valt onder een zintuiglijke beperking?

1. Blind zijn.
2. Niet kunnen lopen.
3. Een laag verstandelijk niveau hebben.
4. Een slechte spraak hebben.

De peuter is egocentrisch ingesteld. Dit betekent:

1. Alles voor zich zelf wil hebben
2. Geen contact kan maken met andere kinderen
3. Alles zelf wil doen
4. Zichzelf als middelpunt beschouwt

Dit is een
heterogene groep?

1. Waar
2. Niet waar

Wat is een homogene groep

1. Een groep door elkaar
2. Alle leeftijden
3. Dezelfde leeftijd
4. Van hetzelfde geslacht

Nederland heeft een multiculturele samenleving.

Wat betekend dat?

1. Dat er mensen van verschillende geslachten wonen in Nederland
2. Dat er mensen met verschillende opvattingen wonen in Nederland
3. dat er mensen uit verschillende culturen wonen in Nederland
4. dat er mensen van verschillende leeftijden wonen in Nederland

Vraag 10:
Het hindoeïsme gelooft dat je na de dood weer opnieuw geboren wordt.

1. juist
2. onjuist

het jodendom is...

1. godsdienst
2. religie
3. gemeenschappelijke levensbeschouwing
4. alle drie

Wat is de islam?

1. Boodschapper van God
2. Naam van godsdienst die Mohammed heeft gesticht
3. Boodschapper is Mohammed van God
4. De opvolger van God

Wat is een voorbeeld van een formeel gesprek

1. telefoongesprek met je moeder
2. intakegesprek voor het MBO
3. chatten met vrienden

Wat is een voorbeeld van een informeel gesprek

1. Gesprek tussen welzijnswerker en jongere
2. Sollicitatiegesprek
3. Afspraak met de dokter

christendom, wat is niet waar

1. Geen echte voedingsvoorschriften
2. Vroeger werd er op vrijdag geen vlees gegeten
3. Vasten tussen carnaval en pasen
4. Elke zaterdag naar de kerk

Bedenk nu zelf een open vraag

Bedenk nu zelf een gesloten vraag

Objectief of subjectief:
Hij is verdrietig

1. Objectief
2. Subjectief

Is de zin objectief of subjectief?
Het was een geslaagde dag.

1. Objectief
2. Subjectief

Wat is ruis

1. storing in de communicatie
2. storing in je stem

wanneer gebruik je een draaiboek

1. Als je spontaan iets gaat ondernemen
2. Achteraf, zodat je onthoudt wat je gedaan hebt
3. Als je voor het eerst ergens heen gaat
4. voor de organisatie van een bepaald evenement of gebeurtenis

wat is EHBO ?

1. Eerste hulp bij ongevallen
2. Eerste horen bij ongevallen
3. helpen bij ongevallen
4. 1 2 3

Wat is een Draaiboek

1. Een boek dat draait
2. Een uitgewerkt plan van aanpak en activiteit
3. Een globale opzet van de organisatie van de activiteit
4. een verzameling van wensen van de opdracht gever.

Uit welke onderdelen bestaat een draaiboek?

1. Voorbereiding - uitvoering - opruimen/evalueren
2. Voorbereiding - uitvoering
3. Uitvoering en opruimen/evaluatie
4. Voorbereiding - opruimen /evaluatie

Waarom maak je een draaiboek?

1. Zo kan je een een plan maken.
2. Gewoon omdat het handig is om te gebruiken.
3. Zo kan je evenement van a tot z regelen.
4. Zo kan je gewoon aan de slag met de opdracht.

Wat is volgens jou een evaluatie?

Wanneer doe je een evaluatie? Meerdere antwoorden zijn goed.

1. Na de activiteit
2. Tijdens de activiteit
3. tijdens de voorbereiding
4. Na de voorbereiding

Opdracht:

Lezen hoofdstuk 5 en 6.

Afsluiting:

Lesevaluatie.

Vooruitblik volgende les.

Huiswerk.