Basisstof 7 en 8 gewervelden en geleedpotigen

1 / 34
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Groepen gewervelden &
geleedpotigen?

Slide 4 - Mind map

Wat is een kenmerk van de gewervelden?
A
Ze hebben een vacht
B
Ze hebben een wervelkolom
C
Ze hebben poten
D
Ze leven op het land

Slide 5 - Quiz

Wat is een kenmerk van geleedpotigen?
A
Ze hebben vleugels
B
Ze hebben poten
C
Hun lijf bestaat uit kop, romp en staart
D
Ze hebben van alles een beetje

Slide 6 - Quiz

Gewervelden

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

GEWERVELDEN
Missende klasse
Welke klasse mist hier in de afbeelding?
Vogels: hebben een heel licht skelet zodat ze goed kunnen vliegen.
Reptiel
Beenvissen
Zoogdieren

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Geleedpotigen

Slide 12 - Slide

Stam: geleedpotigen
Klasse: insecten, kreeftachtigen, spinachtigen en duizendpoten

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Geleedpotigen
- Insecten
- Kreeftachtigen
- Spinachtigen
- Veelpotigen

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Leerdoel:
  • Je kunt kenmerken en voorbeelden noemen van vijf groepen gewervelden.
  • Je kunt kenmerken en voorbeelden noemen van vier groepen geleedpotigen
Maakwerk:
  • BS 7 opdracht 1 t/m 5
  • BS 8 opdracht 1 t/m 4

Slide 17 - Slide

Wat zijn kenmerken van insecten?
A
Ze hebben een kop, romp en achterlijf
B
Ze hebben altijd vleugels

Slide 18 - Quiz

In welke klasse(n)/groep(en) halen de dieren adem met longen?
12
A
alleen zoogdieren
B
vogels en zoogdieren
C
reptielen, vogels en zoogdieren
D
amfibieën, reptielen, vogels en zoogdieren

Slide 19 - Quiz


Wat is waar?
A
Zoogdieren behoren tot de groep geleedpotigen
B
Zoogdieren behoren tot de groep reptielen
C
Zoogdieren behoren tot de groep gewervelden
D
Zoogdieren zijn veelzijdig symmetrisch

Slide 20 - Quiz

De jongen van zoogdieren krijgen moedermelk.
A
waar
B
niet waar

Slide 21 - Quiz

Vissen ademen met
A
Kieuwen
B
Longen

Slide 22 - Quiz



De leguaan heeft droge schubben.
Hoe haalt de leguaan adem?
A
longen
B
kiewen
C
uitwendige kieuwen, longen en door de huid
D
eerst met kieuwen, daarna door de huid

Slide 23 - Quiz

Ademen door de huid
Welke groep kan dat?
A
Vissen
B
Amfibieën
C
Reptielen
D
Zoogdieren

Slide 24 - Quiz

Welk dier is warmbloedig?
A
alleen de ijsvogel
B
de ijsvogel en de vleermuis
C
de ijsvogel, de vleermuis en de pinguin
D
alle vier

Slide 25 - Quiz

Is een spin een insect?
A
ja
B
nee

Slide 26 - Quiz

Hoeveel poten heeft een insect?
A
8
B
4
C
2
D
6

Slide 27 - Quiz

Onderzoek doen
Wees kritisch op je bron (wikipedia kan iedereen veranderen)
Bedenk eerst je onderwerp
Onderzoeksvraag
Hypothese 
Werkplan
Resultaten
Conclusie

Slide 28 - Slide

Onderzoek doen
Onderzoeksvraag.
Kort, duidelijk, je wil als het kan een antwoord

Slide 29 - Slide

Hypothese
Je geeft een voorlopig antwoord op je onderzoeksvraag.
Dit doe je voordat je onderzoek gaat doen.

Wat jij denkt dat er uit komt 

Slide 30 - Slide

Werkplan
Om antwoord te krijgen op je onderzoeksvraag stel je een plan op.

De werkwijze: de manier waarop je iets gaat testen
Materiaal: benodigdheden

Slide 31 - Slide

Resultaten 
Je verzameld je resultaten en verwerkt ze in een overzichtelijke tabel of diagram. 

Bij een literatuuronderzoek en beschrijvend onderzoek schrijf je hier duidelijk punt voor punt alles uit. 

Slide 32 - Slide

Conclusie
Op basis van je resultaten doe je een uitspraak over je onderzoeksvraag.
Je verwijst hierbij naar de resultaten.
Ik kan zien in tabel ... dat .....

Slide 33 - Slide

Wat vraag jij je nog af over een onderwerp wat bij dit hoofdstuk past?

Slide 34 - Open question