SCMK - 19/11 - Hoofdstuk 1 - Toetsvoorbereiding

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1

Welkom

• Pak  je leesboek en begin in stilte te lezen.

• Geen telefoons. 
  
• Gebruik je iPad alleen als dat nodig is. 
  
• Er is 1 persoon aan het woord. 
• Wil je iets vertellen, graag je vinger omhoog.
• We gaan niet naar de wc, tenzij het écht niet anders kan. 

Verwachtingen

Check-In
Hoe voel je je op dit moment?

😒🙁😐🙂😃

Aan het einde van de les:

- weet ik wat ik kan verwachten van de toets.

- ben ik voorbereid op de toets.

Programma             60 minuten

Leesmoment

Doelen

Instructie

Toepassen

Check-out

15 minuten

  5 minuten 

10 minuten

15 minuten

  5 minuten

Startopdracht

Hoe herken je een titel?

Waar staat het deelonderwerp?

Wat zijn kenmerken van een alinea (hoe herken je een alinea)?

Welke vraag stel je als je het onderwerp van de tekst wilt vinden?

Wat betekent PV?

Hoe vind je de PV?

Wat is de stam van verhuizen?

Hoe schrijf je de persoonsvorm?

Hij (wieden) het onkruid.

Hoe schrijf je de persoonsvorm?

Jullie (dansen) op de beat van de muziek.

Hoe schrijf je de persoonsvorm?

De bakker (bestellen) het deeg bij de groothandel.

Waar heb jij behoefte aan?

Extra uitleg

Oefenen met §3 'Lezen'

Oefenen met §7 'Grammatica'

Oefenen met §8 'Spelling'

Instructie 

Het maken van aantekeningen kan helpen om de uitleg beter te onthouden. 

Aantekeningen

Woordenschat

Deze woorden zijn belangrijk:

- titel                                                  - leestekens

- tussenkopje

- deelonderwerp

- onderwerp

- alinea

- persoonsvorm

- hoofdletters

Programma

Instructie

Toepassen

Check-out

Toetsvoorbereiding

Lezen

- Je moet weten wat een titel is en je moet deze kunnen herkennen.

- Je moet weten hoe je het onderwerp  en deelonderwerp van een tekst vindt.

- Je moet een alinea herkennen en de kenmerken van een alinea kunnen benoemen. 

Grammatica

- Je kan de persoonsvorm vinden in een zin.

- Je weet hoe je de persoonsvorm kunt vinden (tijd veranderen).

Spelling

- Je kan de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd goed spellen.

- Je kan de hoofdletters en de leestekens op de juiste plek zetten. 

Programma

Instructie

Toepassen

Check-out

Toepassen

Wat?	Test jezelf van Lezen, Grammatica of Spelling.
Hoe?	Via leermiddelen in SOM Je kiest 'Talent' In stilte of héél zachtjes fluisteren.
Hulp	Vraag eerst je buurman of buurvrouw,
Tijd	20 min.
Klaar?	Leesrijk Cambiumned Verder oefenen voor de toets met overige test jezelf Extra uitleg.

Opdracht 

Programma

Toepassen

Check-out

Check-out

Typ de volgende zinnen met leestekens.

- 's morgens gaan we naar de bakker
- pas op de auto
- trakteert mevrouw op taart na de toets

Welke emotie past bij jouw werkhouding?

😒🙁😐🙂😃

Aan het einde van de les:

- weet je wat je kan verwachten van de toets.

- ben je goed voorbereid op de toets.

Volgende les

- Toets Hoofdstuk 1.