What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Persoonsvorm
Wat zijn werkwoorden?
Werkwoorden zijn dingen die je kunt doen.
Werkwoorden kun je vervoegen.
1 / 28
next
Slide 1:
Slide
Taal
Basisschool
Groep 6
This lesson contains
28 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Wat zijn werkwoorden?
Werkwoorden zijn dingen die je kunt doen.
Werkwoorden kun je vervoegen.
Slide 1 - Slide
Wat is het werkwoord?
Het schaap loopt in de wei.
A
schaap
B
loopt
C
in
D
wei
Slide 2 - Quiz
Welk werkwoord hoort erbij?
De klok ...
A
tikje
B
tikken
C
tikt
D
tik
Slide 3 - Quiz
Wat is het werkwoord in de zin?
Komen jullie naar huis?
A
jullie
B
huis
C
naar
D
komen
Slide 4 - Quiz
Wat is het werkwoord?
Timmert hij een vogelhuisje?
A
Timmert
B
hij
C
een
D
vogelhuisje
Slide 5 - Quiz
Ik kan de persoonsvorm in een zin herkennen en benoemen.
Persoonsvorm zoeken
Slide 6 - Slide
De persoonsvorm is altijd een vorm van werkwoord.
Cato bakt een brood.
De persoonsvorm zegt wat er wordt gedaan.
Slide 7 - Slide
Hoe vind ik de persoonsvorm?
DE VRAAGPROEF!
Cato bakt een brood.
Maak een vraag van de zin.
Bakt
Cato een brood?
Het woord dat vooraan staat is de persoonsvorm (pv)
Slide 8 - Slide
Stappenplan
1. Maak een vraag van de zin
2. het eerste woord is de persoonsvorm
3. schrijf de persoonsvorm op
Jeroen loopt heel snel.
Loopt
Jeroen heel snel?
Loopt
DE PERSOONSVORM (PV)
Slide 9 - Slide
Een persoonsvorm is ALTIJD een werkwoord
A
waar
B
niet waar
Slide 10 - Quiz
Wat is de persoonsvorm?
'De jongen loopt naar de bus.'
A
De jongen
B
naar
C
loopt
D
de bus
Slide 11 - Quiz
Wat is de persoonsvorm?
Nicole kamt zijn haren.
A
Nicole
B
kamt
C
zijn
D
haren
Slide 12 - Quiz
Wat is de persoonsvorm?
De bloemen hebben groene bladeren.
A
De bloemen
B
hebben
C
groene
D
bladeren
Slide 13 - Quiz
Wat is de persoonsvorm?
De meisjes zijn buiten aan het spelen.
A
De meisjes
B
zijn
C
buiten
D
aan het spelen.
Slide 14 - Quiz
Wat is de persoonsvorm?
Gisteren speelden de jongens op het gras.
Slide 15 - Open question
Slide 16 - Slide
Hoe vind je de persoonsvorm (PV)?
Slide 17 - Open question
Zoek in de volgende zinnen de persoonsvorm
Slide 18 - Slide
De school is dicht.
Slide 19 - Open question
Daarom werken we thuis.
Slide 20 - Open question
Bram doet stroop op zijn pannenkoek.
Slide 21 - Open question
Tim geeft de rode bloemen water.
Slide 22 - Open question
Lizzie geeft een beker melk aan haar kat.
Slide 23 - Open question
We spelen het liefst Monopoly.
Slide 24 - Open question
Wie pakt het cadeau uit?
Slide 25 - Open question
Hoe laat is het?
Slide 26 - Open question
De boer heeft de appels geplukt.
Slide 27 - Open question
Wie kan nu zelf uitleggen wat de persoonsvorm is?
Hoe vind je de persoonsvorm?
Slide 28 - Slide
More lessons like this
Persoonsvorm
August 2020
- Lesson with
31 slides
Taal
Basisschool
Groep 6
Persoonsvorm
November 2022
- Lesson with
19 slides
Taal
Basisschool
Groep 6
Thema 1, les 5 - PV, onderwerp en gezegde
September 2024
- Lesson with
46 slides
Taal
Basisschool
Groep 6
Thema 1, week 3 Toets
August 2022
- Lesson with
34 slides
Taal
Basisschool
Groep 6
Werkwoord en persoonsvorm les 1
February 2023
- Lesson with
30 slides
Taal
Basisschool
Groep 6
Persoonsvorm
September 2022
- Lesson with
20 slides
Taal
Basisschool
Groep 6
Persoonsvorm
February 2024
- Lesson with
22 slides
Taal
Basisschool
Groep 6
Thema 1, les 14 - PV, onderwerp en gezegde
September 2024
- Lesson with
44 slides
Taal
Basisschool
Groep 6