5.2 planten groeien

5.2 Planten Groeien
1 / 35
next
Slide 1: Slide
BiologieISK

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

5.2 Planten Groeien

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
Huiswerk bespreken
Uitleg over de groei van planten
Opdrachten maken
Afsluiten

Slide 2 - Slide

Welke vragen zijn er over de vorige les?

Slide 3 - Mind map

Huiswerk bespreken

Slide 4 - Slide

0

Slide 5 - Video

Leerdoelen 5.2 Planten groeien:

  • Je kunt de bouw van een zaadje beschrijven.
  • Je kunt beschrijven hoe een plant uit een zaadje komt.
  • Je kunt beschrijven hoe een jong plantje verder groeit.
  • Je kunt uitleggen hoe een boom in de lengte en in de dikte groeit.

Slide 6 - Slide

Vrucht = hierin zitten de zaden.

Zaden = ontstaan bij planten na de bevruchting. Hier kan een nieuwe plant uit groeien.

Slide 7 - Slide

Kiem = de begin van het nieuwe plantje in een zaadje.
Zaadlobben = hier zit extra eten in voor het kiemplantje.
Zaadhuid = buitenste laag van een zaadje van een plant, beschermt de kiem en zaadlobben.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Ontkiemen
Geen water? Er gebeurt niks.

Komt er water bij? Plantje gaat ontkiemen!

Ontkiemen = het groeien van
een nieuw plantje uit het zaadje.

Slide 10 - Slide

Ontkiemen
1. De zaadhuid neemt water op.
2. Zaadlobben worden groot en zaadhuid knapt open.
3. Worteltje komt naar buiten
4. Dan komen stengel en blaadjes.

Slide 11 - Slide

Waarvoor zijn de zaadlobben?
A
Extra voeding
B
Extra water
C
Bescherming

Slide 12 - Quiz

3

Slide 13 - Video

00:53
Wat is de functie van .
de navel bij een zaadje?
A
Daarmee zat hij vast aan de moederplant
B
Dan weet je wat de onder- en bovenkant is
C
Te veel aan water afgeven aan de grond
D
Water opnemen uit de grond

Slide 14 - Quiz

01:33
Wat is de functie van
de zaadlobben?
A
Die beschermen de kiem in het zaadje
B
Dit zijn de eerste blaadjes van de plant
C
Hierin zit het reservevoedsel
D
Hierin zit reservewater

Slide 15 - Quiz

02:35
Wat gebeurd er met de zaadlobben als deze niet meer nodig zijn?
A
Het worden zaadjes voor nieuwe plantjes
B
Ze veranderen in gewone blaadjes
C
Ze verdwijnen gewoon
D
Ze verschrompelen en vallen af

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Video

Het ontkiemen van het zaadje gaat in deze volgorde:
Opnemen van water door de zaadhuid.
Opzwellen van de zaadhuid.
Open knappen van de zaadhuid.
Naar buiten komen van het worteltje.
Naar buiten komen van het stengeltje.
Naar buiten komen van de blaadjes.

Slide 18 - Drag question

het plantje is ontkiemd!

Slide 19 - Slide

Nu moet het plantje groter en zwaarder worden, maar hoe werkt dat?

Slide 20 - Slide

Groei en ontwikkeling

Slide 21 - Slide

Groei en ontwikkeling

Groei: groter worden

Ontwikkeling: andere vorm aannemen, bijvoorbeeld het ontstaan van een bloem 

Slide 22 - Slide

Groei = het groter en zwaarder worden v/n organisme.
Lengtegroei = in de topjes van de stengels en wortels maakt de plant nieuwe cellen bij, waardoor de stengel en wortels steeds langer worden.
Ontwikkeling = een plant krijgt
nieuwe delen.

Door groei en ontwikkeling 
ontstaat uit een zaadje een 
nieuwe plant.

Slide 23 - Slide

En hoe zit het met bomen?

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Dikte groei
Bomen worden steeds dikker.
  •  Diktegroei

Groeilaagje
  • Nieuwe cellen
  • jaarringen 

Slide 26 - Slide

Lengte groei
Bomen worden ook steeds langer
  • Lengtegroei

Eindknop 
  • uitlopen (langer worden)

Zijknop 
  • Nieuwe takken

Slide 27 - Slide

Lengtegroei
Om de knop zitten knopschubben
  • Beschermen
  • Vallen af bij uitlopen
Schubben

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Eindknop = een knop aan het einde van de tak, 
waaruit boomtakken langer worden.
Zijknoppen = knoppen aan de takken, 
waaruit nieuwe zijtakken groeien.
Knopschubben = schubben die de knop aan een 
tak beschermen tegen de kou en tegen insecten.
Ringlitteken = een ringvormig litteken op een tak, 
op de plek waar de knopschubben van een eindknop zijn afgevallen.
Uitlopen = als in de lente een nieuw stuk tak uit een eindknop groeit.
                                Groeilaagje = laagje in de stam,
                                   waar nieuwe houtcellen worden gemaakt.
                                Diktegroei = groei van de stam en takken 
                                   van bomen in de dikte.
                                 Jaarring = laagje nieuwe houtcellen 
                                    dat in één jaar wordt gevormd.
                                    => lichtbruin = voorjaar & donkerbruin = zomer

Slide 30 - Slide

als in de lente een nieuw stuk tak uit een eindknop groeit
de plek waar de knopschubben van een eindknop zijn afgevallen
een knop waaruit boomtakken langer worden
groei van de stam en takken van bomen in de dikte
knoppen aan de takken, waaruit nieuwe zijtakken groeien
laagje in de stam, waar nieuwe houtcellen worden gemaakt
laagje nieuwe houtcellen dat in één jaar wordt gevormd
schubben die de knop aan een tak beschermen tegen de kou en tegen insecten
eindknop
zijknoppen
knopschubben
ringlitteken
uitlopen
groeilaagje
diktegroei
jaarring

Slide 31 - Drag question

Aan het werk!
Maak de opdrachten van hoofdstuk 5.2

opdr. 1 t/m 12

Tot laatste 5 minuten van de les.

Slide 32 - Slide

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 33 - Mind map

Welke vragen heb je nog?

Slide 34 - Open question

Wat hebben we gedaan?
Je kunt de bouw van een zaadje beschrijven.
Je kunt beschrijven hoe een plant uit een zaadje komt.
Je kunt beschrijven hoe een jong plantje verder groeit.
Je kunt uitleggen hoe een boom in de lengte en in de dikte groeit.
Volgende les
Kijken we naar hoe planten zich voeden (eten) 

Huiswerk voor volgende week
- Opdracht 1 t/m 12 van hoofdstuk 5.2 maken en goed lezen.

Slide 35 - Slide