H4 Politieke stromingen Mavo/kader 4

H4: Politieke stromingen
Politiek
1 / 36
next
Slide 1: Slide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

H4: Politieke stromingen
Politiek

Slide 1 - Slide

Politieke stromingen
Wat leer je deze lessen? 
 Je kan de uitgangspunten van de onderstaande stromingen noemen en herkennen in een bron.
  • Liberalisme
  • Sociaal-democratische stroming
  • Christen-democratische stroming
  • Nationalisme
  • Ecologische stroming
  • Extremisme
  • Populisme 

Slide 2 - Slide

Politieke stroming
Een politieke stroming is een verzameling ideeën over wat belangrijk is in de maatschappij en hoe mensen het best met elkaar kunnen samenleven

Slide 3 - Slide

Weet je nog?
Wat weet je nog van de vorige les?

Slide 4 - Slide

Welk woord moet op de open plek?
De politieke partijen in Nederland kun je verdelen in verschillende......... (3 goed)
A
Progressief of conservatief
B
Rechts, links of midden
C
Per stroming
D
Sociaaldemocratische partijen

Slide 5 - Quiz

Liberalisme
  • Vrijheid en eigen verantwoordelijkheid als uitgangspunt
  • Persoonlijke vrijheid (eigen keuzes)
  • Economische vrijheid (makkelijk een bedrijf kunnen beginnen-particulier initiatief)
  • Vrije markt economie (overheid kleine rol)
  • Kleine overheid
  • Eigen verantwoordelijkheid
  • veiligheid: veel geld naar politie en defensie
Partijen: VVD, PVV, FvD

Slide 6 - Slide

Waarbij kun je de liberalen het best plaatsen?
A
Politiek links
B
Politiek midden
C
Politiek rechts

Slide 7 - Quiz

Wat is een liberale politieke partij?
A
CDA
B
ChristenUnie
C
SP
D
VVD

Slide 8 - Quiz

Wat hoort niet bij het liberalisme?
A
Kleine overheid
B
Harmonie
C
Veel geld naar veiligheid
D
Particulier initiatief

Slide 9 - Quiz

 Sociaal democratie 
  • Gelijkheid en gelijkwaardigheid
  • Opkomen voor de zwakkeren
  • Actieve overheid, want overheid moet zorgen voor gelijkheid  door bijvoorbeeld uitkeringen en hogere belastingen voor rijkere. 
  • Internationale solidariteit
Partijen: PvdA. SP, GroenLinks


Slide 10 - Slide

Wat is een belangrijke kenmerk van sociaal-democraten?
A
Kleine overheid
B
Gelijkheid
C
Opkomen voor de rijkeren
D
één belangrijke leider

Slide 11 - Quiz

Welke politieke stroming wil dat de overheid een grote rol speelt?
A
Extreem-rechts
B
Christen-democraten
C
Sociaal-democraten
D
Liberalisme

Slide 12 - Quiz

PvdA hoort bij welke stroming?
A
Liberalisme
B
Christen-Democraten
C
Sociaal-democraten
D
Extreem-rechts

Slide 13 - Quiz

Christen-democraten
  • Geloof en bijbel als uitgangspunt
  • Bijbelse waarden als naastenliefde en verantwoordelijkheid zijn belangrijk
  • Verantwoordelijke samenleving: wanneer het mogelijk is liggen de verantwoordelijkheden in handen van burgers zelf en hun organisaties
  • Harmonie: burgers, organisaties en overheid maken afspraken
  • Rentmeesterschap: eigendom van een ander beheren (bv milieu)
Partijen: CDA, ChristenUnie, SGP

Slide 14 - Slide

Christen-democratie komt vooral op voor...
A
... gezinnen met kinderen
B
... mensen met weinig geld
C
... werkende burgers
D
... een actieve overheid

Slide 15 - Quiz

Welke waarde vinden de christen-democraten belangrijk?
A
Gelijkheid
B
Naastenliefde
C
Vrijheid
D
Duurzaamheid

Slide 16 - Quiz

De verantwoordelijkheid ligt bij de burgers en organisaties, als dit niet lukt, helpt de overheid.
A
Liberalisme
B
Sociaal-democraten
C
Christen-democraten
D
Extreem-rechts

Slide 17 - Quiz

De belangrijkste waarde voor het liberalisme is
A
Mensen moeten voor elkaar zorgen
B
Gelijke kansen voor iedereen
C
Eigen verantwoordelijkheid
D
Iedereen moet zich aanpassen aan de regels van dit land

Slide 18 - Quiz

Ecologische stroming
  • Natuur en milieu zo min mogelijk aangetast door de mens
  • Duurzame 'groene' consumptie is belangrijker dan economische groei.
  • Geen verdere aantasting van natuur en milieu.
  • Milieuvriendelijk en duurzaam produceren en consumeren.

Partijen: PvdD, GroenLinks 

Slide 19 - Slide

Welke partij behoort tot het liberalisme (rechts!)
A
CDA
B
GroenLinks
C
VVD
D
PvdD

Slide 20 - Quiz

Een kenmerk van de ecologische stroming is:
A
gelijkheid
B
vrijheid
C
milieubewustzijn
D
solidariteit

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Video

Nationalistische stroming
  • Oorspronkelijke bewoners van een land staan centraal.
  • Streven naar onafhankelijkheid en volledig zelfbestuur: niet (meer) deelnemen aan internationale organisaties zoals de EU.
  • Globalisering en immigratie zijn een bedreiging voor het land. 
  • PVV en FVD

Slide 23 - Slide

 Extremisme 
Partijen die willen dat de samenleving radicaal anders wordt
Rechts: Mensen zijn ongelijkwaardig: het ene ras is beter dan het andere ras
Links: Tegen 5G, meer asielzoekers, meer dierenrechten
Democratie en extremisme gaan niet samen, Zij willen één sterke leider, Verspreiden haat- of angstgevoelens

Slide 24 - Slide

Populisme
  • Populisme is meer een stijl van politiek bedrijven dan een ideologie.
  • Populisten komen op voor ‘het volk’ en keren zich tegen de elite.
  • Vaak zijn de standpunten sterk nationalistisch.
  • PVV en FvD

Slide 25 - Slide

Gecombineerde oefenvragen
Bij de volgende vragen komen alle stromingen aan bod. 

Slide 26 - Slide

Lees de tekst.

Welke partij heeft het meest liberale standpunt over het vaderschapsverlof?
A
Partij A
B
Partij B
C
Partij C
D
Partij D

Slide 27 - Quiz

Lees de tekst.

Welke politieke stroming past het beste bij de tekst?
A
de christendemocratische stroming
B
de liberale stroming
C
de sociaaldemocratische stroming
D
de nationalistische stroming

Slide 28 - Quiz

Voor welke politieke stroming is 'rentmeesterschap' een belangrijke waarde?
A
sociaal democraten
B
liberalen
C
christen democraten

Slide 29 - Quiz

Er moeten minder regels komen.
A
de christen-democraten
B
de sociaal-democraten
C
de liberalen
D
alle politieke stromingen

Slide 30 - Quiz

Met het idee van 'gespreide verantwoordelijkheid' bedoelen christendemocraten dat de verantwoordelijkheid
A
gedeeld wordt door overheid, burgers en maatschappelijke organisaties
B
gedeeld wordt door alle politieke partijen
C
bij individuele burgers ligt
D
niet bij de overheid ligt

Slide 31 - Quiz

Deze stroming wil een actieve overheid en ongelijkheid tegengaan.
A
Sociaaldemocratische stroming
B
Liberale stroming
C
Christendemocratische stroming
D
Nationalistische stroming

Slide 32 - Quiz

We kennen in Nederland verschillende politieke stromingen. Welke partij hoort bij de ecologische stroming?
A
D66
B
PvdA
C
VVD
D
GroenLinks

Slide 33 - Quiz

De overheid beslist om het makkelijker te maken om uitkeringen te krijgen.

Bij welke stroming past dit besluit?
A
Sociaal-democraten
B
Christen-democraten
C
Liberalisme
D
Nationalistisch

Slide 34 - Quiz

Bedrijven die gehandicapten aannemen als werknemers krijgen een vergoeding.

Bij welk uitgangspunt van politieke stromingen past dit?
A
Rentmeesterschap
B
Particulier initiatief
C
Opkomen voor de zwakkeren
D
Gelijkheid

Slide 35 - Quiz

''Wij willen armoede bestrijden. We willen een structurele verhoging van tien procent van het wettelijk minimumloon en daaraan gekoppelde uitkeringen. Ook zouden gemeenten meer mogelijkheden moeten krijgen om armoede onder kinderen te bestrijden.'' Waar past deze uitspraak het best bij?
A
Christen-democraten
B
Sociaal-democraten
C
Liberalisme
D
Nationalistisch

Slide 36 - Quiz