Je kent de Franse lidwoorden (le, la, l', les, un, une, des). Deze betekenen hetzelfde als de, het en een in het Nederlands.
Soms staat er in het Frans wel een lidwoord, als er in het Nederlands geen lidwoord is. Dan gebruik je een delend lidwoord: du, de la, de l' en des. Welke je gebruikt hangt af van het znw dat er bij hoort.