herhaling renaissance, hervorming en absolutisme
Welk woord hoort bij het plaatje?
A
Aflaat
B
Gilde
C
Inquisitie
D
Antisemitisme
1 / 26
Lesson duration is: 45 minItems in this lesson
Welk woord hoort bij het plaatje?
A
Aflaat
B
Gilde
C
Inquisitie
D
Antisemitisme
Slide 1 - Quiz
Hoe heette de kerkelijke rechtbank die ketters opspoorde en vervolgde?
A
Inquisitie
B
Contrareformatie
C
Calvinisme
D
Lutheranisme
Slide 2 - Quiz
Hoe heette de kerkelijke rechtbank die ketters opspoorde en vervolgde?
A
Inquisitie
B
Contrareformatie
C
Calvinisme
D
Lutheranisme
Slide 3 - Quiz
Hoe heette de kerkelijke rechtbank die ketters opspoorde en vervolgde?
A
Inquisitie
B
Contrareformatie
C
Calvinisme
D
Lutheranisme
Slide 4 - Quiz
Hoe heette de kerkelijke rechtbank die ketters opspoorde en vervolgde?
A
Inquisitie
B
Contrareformatie
C
Calvinisme
D
Lutheranisme
Slide 5 - Quiz
Hoe heette de kerkelijke rechtbank die ketters opspoorde en vervolgde?
A
Inquisitie
B
Contrareformatie
C
Calvinisme
D
Lutheranisme
Slide 6 - Quiz
Calvijn verschilt in twee dingen met Luther, namelijk:
A
Je mag wel in opstand komen tegen de vorst
B
geloven in de Bijbel is goed genoeg om in de Hemel te komen
C
je volgt de Paus
D
predestinatie
Slide 7 - Quiz
Waardoor verspreidde de reformatie snel over Europa?
timer
0:10
A
bodes
B
nieuwe wegen
C
ontdekkingsreizigers
D
boekdrukkunst
Slide 8 - Quiz
Wanneer en waar ontstond de reformatie
A
1500, Spanje
B
1517, Huidige Duitsland
C
1520, Geneve
D
1530, Rome
Slide 9 - Quiz
Reformatie is ...
A
Het oprichten van een nieuw geloof
B
De scheiding binnen de protestantse kerk
C
De scheiding binnen de katholieke kerk
D
De scheiding binnen de christelijke kerk
Slide 10 - Quiz
Wat hoort niet bij absolutisme?
A
alleen heersen
B
goddelijk recht om te regeren
C
democratie
D
vorst is hoogste rechter
Slide 11 - Quiz
Wat is het Absolutisme?
A
De afscheiding van de protestantse kerk van de Katholieke kerk
B
Een regeringsvorm waarbij de vorst alle macht heeft, de macht heeft hij gekregen van God en alleen God mag over hem oordelen.
C
Een strijd tussen de Duitse Keizer en de Paus over wie bischoppen mocht benoemen.
D
Een bestuursvorm waarbij de koning zijn rijk vanuit een centraal punt wilt besturen.
Slide 12 - Quiz
In welke eeuwen beginnen de ontdekkingsreizen?
A
11e & 12e eeuw
B
13e & 14e eeuw
C
15e & 16e eeuw
D
17e & 18e eeuw
Slide 13 - Quiz
Wat is een gevolg van de ontdekkingsreizen voor de Indianen?
A
Zij konden een groot rijk stichten door de nieuwe Europese wapens.
B
De indianen werden rijk van de handel met Europeanen
C
de indianen werden als slaaf naar plantages in Afrika gebracht
D
de indianen kregen last van Europese ziektes en veel indianen stierven daar aan.
Slide 14 - Quiz
Wat is een economisch gevolg van de ontdekkingsreizen?
A
er kwamen veel werklozen in Europa
B
er ontstonden plantages en er kwam goud en zilver naar Europa
C
Er kwamen veel immigranten naar Europa
D
er stierven veel indianen
Slide 15 - Quiz
Wat waren oorzaken van de ontdekkingsreizen?
A
Men wilde een nieuwe route naar Azië ontdekken
B
Men wilde goud vinden
C
Men had de juiste technieken om lange zeereizen te maken
D
Men wilde Amerika ontdekken
Slide 16 - Quiz
Renaissance?
A
Ja
B
Nee
Slide 17 - Quiz
Middeleeuwen of Renaissance?
A
Middeleeuwen
B
Renaissance
Slide 18 - Quiz
Middeleeuwen of Renaissance?
A
Middeleeuwen
B
Renaissance
Slide 19 - Quiz
Wat was de Renaissance?
A
(weder)geboorte van de klassieke Oudheid
B
(weder)geboorte van de Middeleeuwen
C
Periode tussen de Oudheid en Middeleeuwen
D
Periode voor de Oudheid
Slide 20 - Quiz
Wat past niet bij de Renaissance?
A
Mens centraal
B
Klassieke Oudheid
C
Zelf onderzoek doen
D
Aflatenhandel
Slide 21 - Quiz
Renaissance?
A
Ja
B
Nee
Slide 22 - Quiz
Op welke manier past het paleis in Versailles zo goed bij het absolutisme?
Slide 23 - Open question
Wat is een aflaat?
Slide 24 - Open question
Noem drie verschillen tussen katholieken en protestanten.
Slide 25 - Open question
Welk verband is er tussen het onstaan van de kunststroming Barok en de contrareformatie?
