This lesson contains 11 slides, with interactive quiz and text slides.
Items in this lesson
1.4 en 2.4 Lezen
Slide 1 - Slide
Wat gaan we doen!
Huiswerk bespreken
Terugblikken op de vorige les
Lesdoel bespreken
Uitleg
Aan de slag
Slide 2 - Slide
Huiswerk bespreken!
3.3 Spelling (KGT) - opdrachten 1 t/m 6
4.3 Spelling
Slide 3 - Slide
Terugblik
Ik herken de persoonsvorm
verleden tijd sterk en weet hoe ik deze woorden moet schrijven.
Slide 4 - Slide
Bedenk een sterk ww en schrijf de t.t en v.t op!
Slide 5 - Mind map
Lesdoel
Ik weet hoe ik het onderwerp van een tekst kan vinden.
Ik weet wat een alinea in een tekst is.
Ik weet wat een deelonderwerp en deeltitel is.
Slide 6 - Slide
Onderwerp van een tekst
Onderwerp = waar de tekst over gaat.
Hoe vind je het onderwerp?
Vraag jezelf: Waar gaat de tekst over?
Je kunt het onderwerp van de tekst soms al raden door te kijken naar:
de titel, plaatjes en opvallende woorden
Slide 7 - Slide
Alinea
Alinea: Een stukje tekst die bestaat uit een paar zinnen die bij elkaar horen.
Zo kun je een alinea herkennen:
Nieuwe regel
Witregel
Inspringen
Slide 8 - Slide
Deelonderwerp en deeltitel
Deelonderwerp: het onderwerp van een alinea
Boven aan een tekst staat vaak een titel. Soms staan er midden in de tekst ook nog kleinere titels. Dit zijn deeltitels. Een deeltitel staat boven één of meer alinea's.
Slide 9 - Slide
Aan de slag
Boek A
1.4 Lezen :Opdr 3, 4 en 7
2.4 lezen: opdr 4, 5, 6 en 7, 8, 9 en 10
Slide 10 - Slide
Wat heb je geleerd?
Ik weet hoe ik het onderwerp van een tekst kan vinden.