Werken in een supermarkt

Werken in een supermarkt
1 / 10
next
Slide 1: Mind map
VerkooppraktijkPraktijkonderwijsLeerjaar 1

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Werken in een supermarkt

Slide 1 - Mind map

Vragen bij de filmpjes...

Slide 2 - Slide

Wat is belangrijk bij het vullen?
A
Dat je groot bent
B
Dat je weet hoeveel je gevuld hebt
C
Dat je de oudste datum achteraan zet
D
Dat je snel werkt

Slide 3 - Quiz

Wat betekent FIFO?
A
Fight en Food
B
First in First out
C
FingerFood
D
First out First in

Slide 4 - Quiz

Wat is splitsen?
A
Dat je de verpakkingen open maakt en de artikelen eruit haalt.
B
Dat je de artikelen over de winkel verdeeld.
C
Dat je de artikelen verdeeld op karren per gangpad.

Slide 5 - Quiz

Wat betekent spiegelen?
A
Dozen uitpakken
B
Vier blokken naar voren voren zetten
C
Kijken hoeveel klanten er in de winkel zijn
D
Alle producten naar voren halen

Slide 6 - Quiz

Waarom moet je spiegelen?
A
Dit ziet er netjes uit en de klant kan er beter bij.
B
De klant koopt het product dan eerder
C
De klant betaald dan meer voor een product
D
Dan ziet je baas dat je hard gewerkt hebt.

Slide 7 - Quiz

Waarom is het beter om geen mesje te gebruiken voor het opensnijden van een doos

Slide 8 - Open question

Wat betekent de klant is koning?
A
De klant draag een kroon.
B
De klant krijgt altijd zijn zin.
C
Je probeert een klant altijd meteen en zo goed mogelijk te helpen.
D
Die klant krijgt extra korting.

Slide 9 - Quiz

Als een product niet meer in het schap past dan....
A
Gooi je het weg
B
Leg je deze in de restantenkrat
C
Geef je dat gratis aan een klant mee.
D
Prop je net zolang tot het wel past

Slide 10 - Quiz