Noteer hoe de fout in de zin staat (1), noteer de naam van de fout (2) en verbeter de zin (3).
2. De groenteboer heeft nog geen zin om met pensioen te gaan. Hoewel hij al aardig oud is en genoeg geld heeft verdiend.
3. Eindelijk in Bethlehem gearriveerd, bleken alle herbergen vol te zijn.
4. In het wc-gebouw van onze sportvereniging hing al jaren een vieze stank.
5. Denise is mijn beste vriendin, maar vertel ik toch niet al mijn geheimen.
6. Het spectaculairste dat ik heb meegemaakt, was de vliegshow van de onovertroffen Red Arrows.
7. De jongens wilden de camping niet reserveren, omdat als het in Frankrijk regent, ze in Spanje gaan kamperen.
8. De regering raadt ons in verband met alle maatregelen af het land voorlopig niet te bezoeken.
9. Noch de voorzitter, noch de penningmeester hadden aan het jubileum van de vrijwilliger gedacht.
10. De kinderen gingen hun vader bezoeken, maar de man wilde hun niet zien.
11. Je klasgenoten gaan zich aan die rotopmerkingen die je altijd maakt als er een onvoldoende wordt gescoord steeds meer aan ergeren.
12. Hoewel we de catalogus reeds weken van te voren al in huis hadden, heeft mijn moeder nog niets gekozen.