Les 3: Verkiezingen

Verkiezingen
1 / 13
next
Slide 1: Slide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

This lesson contains 13 slides, with text slides.

Items in this lesson

Verkiezingen

Slide 1 - Slide

Deze les
Links en Rechts herhalen
Verkiezingscampagnes
Verkiezingsdag
Uitslag van de verkiezingen

Slide 2 - Slide

Linkse partijen
  • Gelijkheid; minder groot verschil tussen arm en rijk

  • Overheid moet de burgers helpen

  • Meer belastingen om dit te bekostigen

Slide 3 - Slide

Rechtse partijen
  • Vrijheid voor de burgers

  • Overheid moet de burgers vrijlaten in wat zij doen

  • Minder belastingen

  • Overheid moet zich niet bemoeien met de economie (vrije markt)

Slide 4 - Slide

Confessioneel
  • De Bijbel moet centraal staan in
de besluiten die de overheid neemt

  • Naastenliefde

Slide 5 - Slide

Verkiezingen
Elke 4 jaar zijn er verkiezingen in Nederland
  • Gemeenteraad
  • Provinciale Staten/Waterschap
  • Tweede Kamer
  • Europees Parlement 

Slide 6 - Slide

Verkiezingscampagnes
Ruim voor de verkiezingen
  • Flyers uitdelen
Mensen aanspreken op straat
  • Posters ophangen
  • Debatteren op tv. 
  • Waarom?

Slide 7 - Slide

De zwevende kiezer
"Iemand die niet verbonden is met een politieke partij en dus bij elke verkiezing iets anders kan stemmen"

Slide 8 - Slide

Verkiezingsdag
Naar de stembus; 
  • Legitimatie + Stempas
  • Stem invullen
  • Aan het einde van de dag worden de stemmen geteld 

Slide 9 - Slide

Wat gebeurt er na het stemmen?
  • Stap 1: Zetels worden verdeeld
  • Aantal stemmen / 150 zetels = kiesdeler
  • 2021: 10.422.852 stemmen / 150 = 69.486 stemmen voor één zetel

  • Stap 2: Formatie
  • Welke partijen kunnen en willen samenwerken in de Tweede Kamer? 
  • Samen de meerderheid in de Tweede Kamer (76 zetels)
  • Enorm lastig; alle partijen hebben een andere mening

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Zetel verdeling 2021

Slide 12 - Slide

Huiswerkopdracht
Ga naar youngvoice.nl en doe de stemwijzer. 
Beantwoord de volgende vragen:
  1. Welke partij past het meest bij jou mening?
  2. Noem 3 standpunten waar jij het mee eens bent, leg uit waarom
  3. noem 3 standpunten waar jij het mee oneens ben, leg uit waarom

Slide 13 - Slide