1.2 Meten van welvaart en welzijn

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

1.2: Meten van welvaart en welzijn

Welke doelen gaan we halen?

Leerdoelen:

• Je weet hoe je de welvaart van een land kunt meten,
• Je weet hoe je de economische activiteiten kunt verdelen in een aantal sectoren,
• Je begrijpt waarom de verdeling van de beroepsbevolking een aanwijzing voor de welvaart is.

Hoe gaan we dat doen?

• Uitleg 
• Facultatief: filmpje
• Aan de slag

Hoe meet je welvaart?

1. Bruto Nationaal Product = BNP
   Inkomen wat een land en staatsburgers in het buitenland verdienen in een jaar. 

Inkomen / aantal mensen = BNP per hoofd

Aantekening

BNP

BNP per hoofd

Een Nederlander die werkt in Duitsland, wordt meegerekend in het BNP.

1. Juist
2. Onjuist

Waarom is het handiger om soms te werken met het BNP/hoofd ipv het volledige BNP?

Hoe meet je welvaart?

1. Bruto Nationaal Product = BNP
   
2. Samenstelling van de beroepsbevolking %
   Drie sectoren:

• Primair = landbouw en visserij
• Secundair = industrie
• Tertiair = diensten

Aantekening

Primaire sector

Secundaire sector

Tertiaire sector

In welke sector zijn de inkomens het hoogste?

1. Primaire sector
2. Secundaire sector
3. Tertiaire sector

Hoe meet je welvaart?

1. Bruto Nationaal Product = BNP
   
2. Samenstelling van de beroepsbevolking %
   

• Hoe rijker, hoe minder mensen werken in de landbouw en hoe meer in de (formele) dienstensector.
• Hoe armer, hoe meer mensen werken in de landbouw en hoe minder in de (formele) dienstensector.

Aantekening

Hoe meet je welzijn?

VN-welzijnsindex:

• Levensverwachting: hoe oud wordt iemand?
• Koopkracht: hoeveel kan je kopen van je loon?
• Alfabetiseringsgraad: hoeveel mensen kunnen lezen en schrijven?

Aantekening

De keuze is aan jou:

1. Je kijkt het filmpje en gaat daarna aan de slag.

2. Je gaat direct aan de slag met het werk van 1.2

Aan de slag!

Nodig: Chromebook, tekstboek, schrift, pen

Hoe: individueel of samen met je buur

Opdracht: maak het werk van paragraaf 1.2, zie planner. 

Klaar? Lees paragraaf 1.3

1.2: Meten van welvaart en welzijn

Welke doelen gaan we halen?

Leerdoelen:

• Je weet hoe je de wereld kunt indelen in centrum, semiperiferie en periferie,
• Je kunt de indeling centrum- semiperiferie -periferie toepassen op mondiaal schaalniveau.
• Je begrijpt hoe de verdeling van de beroepsbevolking verschuift wanneer de welvaart toeneemt.

Hoe gaan we dat doen?

• Terugblik
• Uitleg 

Daarna: CP H4 bespreken

Terugblik.
Welke drie economische sectoren zijn er en wat voor werk hoort daarbij?

Welke hoort NIET bij de VN-welzijnsindex?

1. Alfabetiseringsgraad
2. Aantal ziekenhuizen
3. Koopkracht
4. Levensverwachting

Wereldsysteem

• Centrumlanden = rijk
• Semiperiferielanden = in ontwikkeling
• Periferielanden = arm
  MOL = Minst Ontwikkelde Landen

Aantekening

Wat valt je op aan de samenhang tussen het inkomen en de verdeling van de beroepsbevolking?

Zet dit in een hoe-hoe-zin.

Als een land rijker wordt, dan...

1. Zullen er meer mensen werken in de secundaire sector.
2. Zullen er minder mensen werken in de primaire sector.
3. Zullen er minder mensen werken in de secundaire sector.
4. Zullen er minder mensen werken in de tertiaire sector.

CP H4 bespreken

-> Alles van tafel behalve een potlood of gekleurde pen 

(geen blauw of zwart)

-> Antwoordbladen en toetsen worden uitgedeeld, antwoordmodel op bord

-> Check je puntenaantal

-> * als je ergens geen punten hebt gekregen, maar je ze wel verdient hebt