Praten over wat je gedaan hebt

Wat heb je vanmorgen gedaan?
  1. Vandaag gaan weer luisteren lezen en praten. Eerst maar weer eens woorden tellen. De volgende zin is heel lang.
  2. NIET praten, maar het getal op je papiertje schrijven.
  3. Straks gaan jullie vertellen wat jullie vanmorgen hebben gedaan, voordat je aankwam bij de les. (15 woorden!)


1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsBeroepsopleiding

This lesson contains 11 slides, with text slides.

Items in this lesson

Wat heb je vanmorgen gedaan?
  1. Vandaag gaan weer luisteren lezen en praten. Eerst maar weer eens woorden tellen. De volgende zin is heel lang.
  2. NIET praten, maar het getal op je papiertje schrijven.
  3. Straks gaan jullie vertellen wat jullie vanmorgen hebben gedaan, voordat je aankwam bij de les. (15 woorden!)


Slide 1 - Slide

Eerst ga ik vertellen wat ik vanmorgen allemaal heb gedaan. Probeer het te onthouden. 

Je mag schrijven, maar je moet niet alle woorden opschrijven. 
Schrijf bijvoorbeeld: 
  • 7:00 opstaan
  • 8:15: kinderen naar school
Daarna ga je in groepjes zoveel mogelijk dingen opschrijven die ik vanmorgen heb gedaan.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Vanmorgen ben ik om 8:00 u opgestaan. Ik heb eerst thee gezet en ontbijt gegeten. Tijdens het ontbijt heb ik de krant gelezen. Daarna heb ik gedoucht en me aangekleed.
Ik ben aan de computer gaan zitten en heb een les voorbereid.
Om elf uur ben ik naar de bibliotheek gegaan voor een afspraak.
Daarna heb ik thuis een boterham gegeten. Toen ben ik snel in de auto gestapt en naar De Framboos gereden. Ik heb om 10 voor 1 de auto geparkeerd.

Slide 4 - Slide

Vanmorgen ben ik om 8:00 u opgestaan. Ik heb thee gezet en ontbijt gegeten. Tijdens het ontbijt heb ik de krant gelezen. Daarna heb ik gedoucht en me aangekleed.
Ik ben aan de computer gaan zitten en heb een les voorbereid.
Om elf uur ben ik naar de bibliotheek gegaan voor een afspraak.
Daarna heb ik thuis een boterham gegeten. Ben ik de auto gestapt en naar De Framboos gereden. Ik heb om 10 voor 1 de auto geparkeerd.
Nu gaan jullie in groepjes van drie een lijst maken met de dingen die ik gedaan heb. Als je de tijd nog weet, zet je die er bij. Jullie krijgen 3 minuten.


1. Opgestaan om ......
2. ..............

Slide 5 - Slide

Per groepje steeds 1 activiteit vertellen

Slide 6 - Slide

Welke woorden zie je die 
  • de volgorde aangeven?
  • iets met de tijd te maken hebben?

Zie je de voltooide tijden? (Heb of ben + voltooide deelwoord)

Slide 7 - Slide

Vanmorgen ben ik om 8:00 u opgestaan. Ik heb eerst thee gezet en ontbijt gegeten. Tijdens het ontbijt heb ik de krant gelezen. Daarna heb ik gedoucht en me aangekleed.
Ik ben aan de computer gaan zitten en heb een les voorbereid.
Om elf uur ben ik naar de bibliotheek gegaan voor een afspraak.
Daarna heb ik thuis een boterham gegeten. Toen ben ik snel in de auto gestapt en naar De Framboos gereden. Ik heb om 10 voor 1 de auto geparkeerd.

Slide 8 - Slide

Zelf opschrijven wat je vanmorgen hebt gedaan

Als je klaar bent, breng je je papier bij Trudy en ga je in je boek of aan de computer werken.

Slide 9 - Slide

Nu ga je in groepjes aan elkaar vertellen wat je vanmorgen hebt gedaan. Ries en ik gaan luisteren.

Slide 10 - Slide

Goed luisteren

Slide 11 - Slide