Vanmorgen ben ik om 8:00 u opgestaan. Ik heb thee gezet en ontbijt gegeten. Tijdens het ontbijt heb ik de krant gelezen. Daarna heb ik gedoucht en me aangekleed.
Ik ben aan de computer gaan zitten en heb een les voorbereid.
Om elf uur ben ik naar de bibliotheek gegaan voor een afspraak.
Daarna heb ik thuis een boterham gegeten. Ben ik de auto gestapt en naar De Framboos gereden. Ik heb om 10 voor 1 de auto geparkeerd.