Maatwerk Frans brugklas s47

wesh.....
1 / 30
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

wesh.....

Slide 1 - Slide

can you answer 5 questions in 20 seconds francais nelly

Slide 2 - Slide

5 questions en 20 secondes

Tu t'appelles comment?
Quel âge as-tu?
Comment tu vas?
Tu as des frères et soeurs?
Tu vis/habites où?

Slide 3 - Slide

aujourd'hui...
- clichés sur la France
- (révision) verbes -er:
- jeu verbes -er
- paroles de chansons

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Hoe heet deze typisch
Franse pet?
A
un chapeau
B
un hat
C
le béret
D
la casquette

Slide 7 - Quiz

De Franse keuken is erg beroemd, maar ze eten ook 'vreemde dingen' ;) 

Slide 8 - Slide

Wat zijn les cuisses
de grenouiles ?
A
slakken
B
kikkerbilletjes
C
ganzenlever
D
garnalen

Slide 9 - Quiz

Wat is de Franse
naam voor slakken?
A
ratatouille
B
fromage
C
escargots
D
baguette

Slide 10 - Quiz

Franse specialiteiten 

Slide 11 - Slide

Typisch Frans eten 

Slide 12 - Slide

Heb jij wel eens iets 'typisch Frans' gegeten?

Slide 13 - Mind map

het er werkwoord
het er werkwoord

Slide 14 - Slide

Stappenplan werkwoorden op -er
Voorbeeldwerkwoord: danser (dansen) 

Stap 1:  Haal -er van het werkwoord af 
Stap 2:  Je hebt nu de stam van het werkwoord: dans
Stap 3:  Plak de juiste uitgang achter het werkwoord:
je -->  e               nous ---> ons
tu --> es             vous ----> ez
il/elle/on --->    ils/elles -----> ent

Slide 15 - Slide

Welke werkwoorden op -er ken je nog meer in het Frans? (Je mag spieken in je boek)

Slide 16 - Mind map

Chercher
Oublier
Habiter
Aimer
Houden van
Wonen
Zoeken
Vergeten

Slide 17 - Drag question

Geef de vertaling van de Franse werkwoorden.
tekenen
luisteren naar
wonen
kijken naar
herhalen
naar huis gaan
blijven zitten
habiter
écouter
regarder
rentrer
dessiner
répéter
redoubler

Slide 18 - Drag question

Vertaal: Zij praten Frans
(praten = parler)
A
Je parle français
B
Tu parles français
C
Nous parlons français
D
Ils/elles parlent français

Slide 19 - Quiz

Wij wonen in Nederland
A
Vous habitez aux Pays-Bas
B
Nous habitons aux Pays-Bas
C
Elle habite aux Pays-Bas

Slide 20 - Quiz

Ik heb een hekel aan school

Je ............ l'école
A
détestes
B
déteste
C
détestons
D
détestez

Slide 21 - Quiz

Luc ... une fête.
A
donnes
B
donne
C
donnent
D
donnons

Slide 22 - Quiz

Nous ... français.
A
parlons
B
parlez
C
parles
D
parlent

Slide 23 - Quiz

Les garçons ... le foot.
A
préférez
B
préfère
C
préfèrent
D
préférons

Slide 24 - Quiz

Welke vervoeging is onjuist
A
Je danse
B
Elles danse
C
On danse
D
Vous dansez

Slide 25 - Quiz

Parler en français
Tu habites avec qui?
Vous êtes combien?


Slide 26 - Slide

Zinsvolgorde in het Frans
Onderwerp - werkwoord - rest van de zin

je I nouvelle I suis I ta I voisine
J' I fête I organise I une
mon I chien I voici I 
cousines I sympas I sont I tes

Slide 27 - Slide

Jeu verbes -er 
.... groepjes van ...leerlingen (hulpmiddelen magister, groepjes maken)

bv: wat is de uitgang bij ik in het Frans?

- ieder groepje heeft une ardoise
- samenwerken 
- iemand schrijft het antwoord op de ardoise
- wie 6 punten heeft gehaald als eerst, groepje wint


Slide 28 - Slide

https://lyricstraining.com/fr
  • Kies een Frans liedje uit
  • Kies beginner
  • Kies choice mode

Slide 29 - Slide

Vond je dit blok maatwerk Frans leuk en leerzaam?
😒🙁😐🙂😃

Slide 30 - Poll