Par 4.2 Zien en horen, les 1

Par 4.2 Zien en horen
Les 1
1 / 18
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare school

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Par 4.2 Zien en horen
Les 1

Slide 1 - Slide

Herhaling adequate prikkels

Slide 2 - Slide

Wat is de adequate prikkel voor elk zintuig?
Geluid
Smaak
Licht
Geur

Slide 3 - Drag question

Leerdoelen
Aan het einde van de les kan je:
- de werking van het oog uitleggen
-het begrip accomoderen toepassen

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Slide

Zet de woorden in de juiste volgorde.
Het licht dat je oog binnenkomt gaat langs:
-->
-->
-->
-->
glasachtig lichaam
hoornvlies
lens
pupil
netvlies

Slide 7 - Drag question

Bescherming ogen
Wenkbrauwen
Oogleden met wimpers
Traanklieren en traanbuisjes

Slide 8 - Slide

Zien
In je ogen zitten lichtzintuigen.
Deze lichtzintuigen zijn verdeeld in staafjes en kegeltjes
Met staafjes zie je zwart, wit en grijs
Met de kegeltjes zie je kleur
Kegeltjes werken het beste overdag
De meeste kegeltjes kan je vinden in je gele vlek

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Accomoderen
Het boller of platter maken van de ooglens om scherp te kunnen zien

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Bekijk de volgende animatie
https://www.bioplek.org/animaties/oog/oogonderbouwx.html

Slide 14 - Slide

Bril
Iemand die verziend is kan dichtbij niet scherp zien.
Zijn oogbol is te kort
Hij heeft een bolle (+) lens nodig in een bril
Iemand die bijziend is kan ver weg niet scherp zien
Zijn oogbol is te lang
Hij heeft een holle (-) lens nodig

Slide 15 - Slide

het netvlies van een oog zit
A
aan de voorkant van het oog
B
in het midden van het oog
C
aan de binnenkant aan de achterkant van het oog
D
loopt van het oog naar de hersenen

Slide 16 - Quiz

Wat is accommoderen?
A
Regelen van de hoeveelheid licht dat in het oog mag komen.
B
Scherpstellen van het oog door de bolling van de ooglens te veranderen.
C
Scherpstellen van het oog door de iris te vergroten of te verkleinen.

Slide 17 - Quiz

Lezen paragraaf 4.2, pagina
109 t/m 113
Maken opdracht 1 t/m 19

Slide 18 - Slide