spelling Kijker 8 Les 15: persoonsvorm in de verleden tijd

1 / 16
next
Slide 1: Slide
TaalBasisschoolGroep 6

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

 werkwoorden in  in de verleden tijd (v.t.) 
 verleden tijd = nieuw + heel moeilijk

lesverloop 
  • uitleg onderwerp en persoonsvorm (= pv)
  • uitleg werkwoordscema
  • filmpje Xnapda
  • quiz
  • werkboek oplossen
  • werkboek verbeteren
  • hulp van de juf 
  • foto als bewijs

Slide 2 - Slide

uitleg onderwerp en persoonsvorm

uitleg

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Link

Wat is de verleden tijd van:
Ik was mijn haar.
A
Ik wis mijn haar.
B
Ik wastte mijn haar.
C
Ik waste mijn haar.
D
Ik wasste mijn haar.

Slide 8 - Quiz

Ik waste mijn haar.  = juist

want...

de stam van wassen = ik was
laatste letter van de stam = s
letter 's' komt voor als medeklinker in t'ex fokschaap
=> stam + te
(want onderwerp is in enkelvoud, dus persoonsvorm moet ook in enkelvoud want ze zijn beste vriendjes)

Slide 9 - Slide

Wat is de verleden tijd van:
Jullie spelen veel buiten in tijden van corona.
A
Jullie spelde veel buiten in tijden van corona.
B
Jullie speelde veel buiten in tijden van corona..
C
Jullie spelden veel buiten in tijden van corona.
D
Jullie speelden veel buiten in tijden van corona.

Slide 10 - Quiz

Jullie speelden veel buiten in tijden van corona.  = juist

want...

de stam van spelen = ik speel
laatste letter van de stam = l
letter 'l' komt NIET voor als medeklinker in t'ex fokschaap
=> stam + den
(want onderwerp is in meervoud, dus persoonsvorm moet ook in meervoud want ze zijn beste vriendjes => n)

Slide 11 - Slide

wat heb je nodig?
  • werkboek spelling Kijker 8 Les 15 p. 15
  • werkwoordschema
  • Loepje p.25

Slide 12 - Slide



1. Los de oefeningen 29 en 30 op in je werkboek van spelling p. 15
  • gebruik de slides als hulp 
  • gebruik je werkwoordschema 
  • bekijk het filmpje nog eens van Xnapda

4. Verbeter de oefeningen 29-30 met de verbetersleutel in het groen
-> is jouw woord verkeerd geschreven, trek er dan een streep door en schrijf het juiste woord op in het gele kadertje

Slide 13 - Slide

hulp van de juf  

oefening 29: 

         Het gaat over werkwoorden zonder klankverandering in de verleden tijd

1. Wat is de stam van de infintief 'verstoppen'? (ik) verstop

2. Je moet de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd opschrijven
         hoe? 1) onderwerp zoeken in de zin (ik)
                  2) Neem je werkwoordschema erbij en pas het toe (stam)

3. Je moet dezelfde persoonsvorm opschrijven maar nu in de verleden tijd
         hoe? 1) Neem je werkwoordschema erbij en pas het toe ( stam + te)



uitleg oefening 29

Slide 14 - Slide

hulp van de juf  

oefening 30: 

         Het gaat over werkwoorden zonder klankverandering in de verleden tijd

1. Wat is de stam van de infintief 'verrassen'? (ik) verras .....

2. Je moet de persoonsvorm in de verleden tijd opschrijven
         hoe? 1) onderwerp zoeken in de zin (Oma)
                  2) Neem je werkwoordschema erbij en pas het schema toe in de verleden tijd
                  

              Het gaat over zwakke werkwoorden in de verleden tijd = geen klankverandering

uitleg oefening 30

Slide 15 - Slide

Laad hieronder een foto van pagina 15 op (ingevuld + verbeterd)

Slide 16 - Open question